Let op: deze les is heel belangrijk voor je centraal examen lezen/luisteren
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Taalblokken les 7
Onderwerp: evalueren
Let op: deze les is heel belangrijk voor je centraal examen lezen/luisteren
Slide 1 - Diapositive
Terugblik. Geef een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik.
Slide 2 - Question ouverte
Betrouwbaarheid
Bij het evalueren van een tekst kijk je allereerst naar de betrouwbaarheid.
Je checkt:
-de deskundigheid en onafhankelijkheid van de schrijver of spreker;
-de publicatieplaats of het podium;
-de actualiteit en de gebruikte bronnen
Slide 3 - Diapositive
Stel je schrijft een artikel over gezonde voeding voor kinderen. Welke bron zou je bijvoorbeeld kunnen gebruiken?
Slide 4 - Question ouverte
Samenhang
Ook evalueer en beoordeel je de samenhang tussen verschillende teksten en samenhang binnen een tekst zelf.
Slide 5 - Diapositive
Goede samenhang
-Samenhang tussen teksten.
-Samenhang tussen titel en tekst.
-Samenhang tussen inleiding, kern en slot van de tekst.
-Samenhang tussen meningen en argumenten.
-Samenhang tussen tekstdoel en tekst.
Slide 6 - Diapositive
Hoe ziet een tekst eruit, die tot doel heeft dat de lezer zich inschrijft voor een yogaweek in de zon?
Slide 7 - Question ouverte
Middelen om doelen te bereiken:
In bouwsteen 1 'Tekstsoorten en doelen' heb je geleerd dat een schrijver of spreker verschillende doelen kan hebben met zijn tekst: informeren, overtuigen, activeren of amuseren
Slide 8 - Diapositive
Middelen bij informeren:
- feiten geven
- bronnen noemen
- cijfers uit onderzoek geven
- vragen stellen
Slide 9 - Diapositive
Middelen bij overtuigen en activeren:
- lezer of luisteraar direct aanspreken
- argumenten geven
- vragen stellen
- uitroeptekens gebruiken
- beloftes doen
- testimonials: positieve ervaringen van anderen als bewijs
- beeldspraak gebruiken
Slide 10 - Diapositive
Middelen bij amuseren:
- beeldspraak gebruiken
Slide 11 - Diapositive
Welk doel heeft de schrijver als hij het middel 'argumenten' gebruikt?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
Slide 12 - Quiz
Wat is het doel van de schrijver wanneer hij het middel 'beeldspraak' gebruikt?
Slide 13 - Question ouverte
Correctheid argumenten
Bij een betogende tekst speelt ook nog de correctheid van de argumenten een rol. Kloppen de argumenten wel die de schrijver gebruikt om zijn mening te onderbouwen? Argumenten en drogredenen zijn in bouwsteen 6 'Argumenteren' uitgebreid aan bod gekomen.
Slide 14 - Diapositive
Opdrachten
Taalblokken: bouwstenen-evalueren-lezen en luisteren.