ZG3A maandag 11 januari paragraaf 3.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Paragraaf 3.2

Vandaag

- uitleg paragraaf 3.2

- de toetsweektoets H1 en H4

- zelfstandig aan het werk met paragraaf 3.2

Leerdoelen

Aan het einde van deze online les weet je/kan je:

- wat inkomen zonder tegenprestatie is

- verschillende soorten inkomen zonder tegenprestatie noemen

- uitleggen aan welke voorwaarden je moet voldoen bij elk inkomen zonder tegenprestatie

Inkomen zonder tegenprestatie

Tegemoetkomingen

Toeslagen

Sociale uitkeringen

Overdrachtsinkomen

Tegemoetkomingen

kinderbijslag

studiefinanciering

Toeslagen

Huurtoeslag

Zorgtoeslag

Bij huurtoeslag mag je inkomen niet te hoog zijn en je inkomen ook niet.

Bij zorgtoeslag mag je inkomen niet te hoog zijn.

Sociaal minimume

In Nederland krijgt moet iedereen het sociaal minimum krijgen. Dit is het geldbedrag wat je minimaal moet hebben om te leven.

Als je onder het sociaal minimum zit, dan wordt het aangevuld met een bijstandsuitkering

overdrachtsinkomen

Je krijgt een uitkeringen waar je niets voor hoeft te doen. Dus geen tegenprestatie hoeft te leveren.

Bijstand

Voorwaarden om bijstand te kunnen krijgen:

- niet teveel vermogen hebben

- sollicitatieplicht

- in sommige gevallen "verplicht" werken

Welk antwoord is onjuist?

1. overdachtsinkomen is een inkomen met tegenprestatie
2. overdrachtsinkomen is een inkomen zonder tegenprestatie

Je mag bij een bijstandsuitkering gerust 30.000 euro op je spaarrekening hebben staan

1. Waar
2. Niet waar

Noem 3 verschillende soorten inkomen zonder tegenprestatie