Quoi (wat)? Fais exercice 16CD + 17BC (geef antwoord op de vraag, je mag zin uit opdracht gebruiken) + 19 (beantwoord)
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
= huiswerk voor de volgende les
Prêt (klaar)? Ga leren voor het SO van woensdag.
Tweede deel van de les....
Slide 11 - Diapositive
Startactiviteit vocabulaire ch.6
Qu'est-ce qu'on va faire (wat gaan we doen)? Het leerwerk van ch.6 wordt overhoord door middel van het spel met het balletje. Krijg je de bal naar je toegegooid, dan geef je de vertaling van het woord.
Slide 12 - Diapositive
Le programme:
- Grammaire H herhalen
- Au travail -> leren SO
- Blooket voca. A+B
Slide 13 - Diapositive
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je het werkwoord faire gebruiken
- Aan het einde van de les heb je de woordjes geleerd en herhaald
Slide 14 - Diapositive
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 15 - Diapositive
Grammaire H - werkwoord faire
Wat weten we nog?
Betekenis in het NL? Vormen?
Slide 16 - Diapositive
Ouvre le livre à la page 74
Grammaire H doornemen
Slide 17 - Diapositive
Exercice:
1) Tu ......... un dessin?
2) Elle ....... un jeu vidéo
3) Nous ........ les devoirs.
4) Mon frère ..... une pizza.
Slide 18 - Diapositive
Exercice:
1) Tu fais un dessin?
2) Elle fait un jeu vidéo
3) Nous faisons les devoirs.
4) Mon frère fait une pizza.
Slide 19 - Diapositive
Parler en français:
Comment tu t'appelles?
Tu as quel âge?
......
Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!