18-6---25 Rekenen

Rekenquiz 
voor slimme kinderen 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Rekenquiz 
voor slimme kinderen 

Slide 1 - Diapositive

Sleep 
het goede antwoord 
naar de vraag

Slide 2 - Diapositive

Wat meet je als je wil weten of het water voor de spaghetti kookt?
Wat meet je als wil weten hoe lang een film duurt?
De bus vertrekt om 8 ......
Wat meet je als de suiker in de cakemix wil doen?
Wat gebruik je om te meten hoe warm iets is?
Wat meet je als de melk afmeet voor de pannenkoeken?
temperatuur
tijd
inhoud
thermometer
uur
gewicht

Slide 3 - Question de remorquage

In de fles water zit
1
A
kilogram
B
meter
C
liter
D
uur

Slide 4 - Quiz

in de zomer is het buiten
20
A
liter
B
graden Celsius
C
uur
D
euro

Slide 5 - Quiz

Om te weten
hoe laat het is
gebruik ik een
A
maatbeker
B
thermometer
C
uurwerk
D
rekenmachine

Slide 6 - Quiz

Een nieuw schooljaar begint
meestal in de maand

Slide 7 - Question ouverte

de maanden die in de
grote vakantie vallen
zijn..

Slide 8 - Question ouverte

de kortste maand
van het jaar
is

Slide 9 - Question ouverte

de laatste maand
van een jaar
is

Slide 10 - Question ouverte

Vandaag is het woensdag,
welke dag was het eergisteren
A
donderdag
B
dinsdag
C
maandag
D
vrijdag

Slide 11 - Quiz

Vandaag is het woensdag,
welke dag is het overmorgen?
A
zondag
B
vrijdag
C
donderdag
D
zaterdag

Slide 12 - Quiz

Hoe laat is het hier?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe laat is het hier?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe laat is het hier?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe laat is het hier?

Slide 16 - Question ouverte

100 graden Celsius
38 graden Celsius
0 graden Celcius
Het water kookt
Ik heb koorts
Water wordt ijs

Slide 17 - Question de remorquage

Hoeveel graden is het hier?

Slide 18 - Question ouverte

a) 1 uur duurt 60 minuten
b) een half uur duurt 20 minuten
f) in een half uur zitten 2 kwartieren
c) een kwartier duurt 10 minuten
d) in een uur zitten 4 kwartieren
e) drie kwartier is 40 minuten
Waar
niet waar 

Slide 19 - Question de remorquage

100 : 5
49 : 7
72 : 8
56 : 7
20
7
9
8

Slide 20 - Question de remorquage

Handig rekenen Aftrekken -
387 - 299 =
A
88
B
187
C
186
D
189

Slide 21 - Quiz

Handig rekenen Aftrekken -
643 - 197 =
A
445
B
444
C
443
D
446

Slide 22 - Quiz

Handig rekenen Aftrekken -
425 - 197 =
A
231
B
229
C
228
D
232

Slide 23 - Quiz

Handig rekenen Vermenigvuldigen
4 x 35 =
A
150
B
140
C
130
D
125

Slide 24 - Quiz

De laatste ......
Welke datum is het vandaag?

Slide 25 - Question ouverte

               Einde 

Slide 26 - Diapositive