Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Reflectie
&Identiteit
Levensbeschouwing
H2|T4|DMW
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
SMART-doelen
Identiteit
Paragraaf 5.1 Jezelf
Leerdoelen
Afronding
Slide 2 - Diapositive
SMART-doelen (1)
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Leerdoel 1
Leerdoel 2
Leerdoel 3
Leerdoel 4
Leerdoel 5
Slide 3 - Diapositive
SMART-doelen (2)
Ik wil betere cijfers halen voor biologie.
Ik wil elke dag minimaal een halfuur de tijd nemen voor mezelf om te doen wat ik zelf wil doen.
Ik wil beter worden in voetbalen.
Ik wil meer aandacht besteden aan mijn vrienden.
Ik wil elke dag minimaal een uur aan huiswerk besteden.
Slide 4 - Diapositive
Identiteit
Wat ga je doen?
Bekijk het filmpje Wat betekent identiteit? En maak daarna in tweetallen de volgende opdrachten (3 min.):
Leg in eigen woorden uit wat identiteit betekent.
Wie of wat bepaalt volgens jullie jouw identiteit? Motiveer je antwoord in minimaal drie zinnen.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Paragraaf 5.1 Jezelf (1)
Wat ga je doen?
Lees zelfstandig en in stilte paragraaf 5.1 Jezelf (pag. 14-15). Maak daarna opdracht 1-4 uit je lesboek. (4 min.)
Ben je daarmee klaar? Maak dan ook opdracht 10 uit je lesboek.
Slide 7 - Diapositive
Paragraaf 5.1 Jezelf (2)
Wat ga je doen?
Maak zelfstandig en in stilteopdracht 5 uit je lesboek (pag. 15). Let goed op! In deze opdracht voeg je twee nieuwe punten toe aan het profiel uit bron 1-4 ('over mij', 'leeftijd', 'school', etc.).
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen
Ik ken het begrip zelfreflectie. Ik kan uitleggen waarom het belangrijk kan zijn om naar mijn eigen denken en gedrag te kijken.
Ik ken het begrip SMART-doel. Ik kan uitleggen wat hiermee wordt bedoeld en waarom het nuttig is.
Ik kan met de SMART-methode gebruiken om voor mijzelf leerdoelen te formuleren.
Slide 9 - Diapositive
Afronding
Huiswerk
Lever voor de volgende les twee leerdoelen in. Beide leerdoelen moeten SMART-omschreven zijn. Eén leerdoel gaat over school, het andere over iets anders.