Thema 5 hoofdstuk 2

Thema 5 hoofdstuk 2
Wat ga jij leren?
- Je leert woorden in lettergrepen te zetten
- Je leert tegenwoordige tijd en verleden tijd te herkennen.
- Je leert De stam van een werkwoord te vinden.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 hoofdstuk 2
Wat ga jij leren?
- Je leert woorden in lettergrepen te zetten
- Je leert tegenwoordige tijd en verleden tijd te herkennen.
- Je leert De stam van een werkwoord te vinden.

Slide 1 - Diapositive

Spelletje
- Je ziet een woord in beeld
- Je hakt het woord in lettegrepen
- De leraar geeft jou de buurt om een deel van het woord te zeggen.
- Kunnen we dit super snel?

Slide 2 - Diapositive

corona

Slide 3 - Diapositive

Verkiezingen

Slide 4 - Diapositive

poepluier

Slide 5 - Diapositive

draadjesvlees

Slide 6 - Diapositive

snelheidsduivel

Slide 7 - Diapositive

Herhalen


Samen opdracht 1 maken

Slide 8 - Diapositive

Uitleg tegenwoordige tijd en verleden tijd
- Herken het werkwoord in de zin.
- Maak een vraagzin en je vindt de persoonsvorm
- Staat het werkwoord in de t.t. of in de v.t.?
- Staan er andere woorden die iets zeggen over de tijd?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 2,3 en 4 maken maken
- We maken samen opdracht 2

Daarna ga je zelfstandig opdracht 3 en 4 maken

Slide 10 - Diapositive

De stam van een werkwoord
- De stam van een werkwoord is een werkwoord zonder -en

Vaak is dat hetzelfde als de ik-vorm. Maar niet altijd.

Dat gaan we testen!

Slide 11 - Diapositive

Wat is de stam van het werkwoord

computeren
A
computerde
B
computerd
C
computer
D
comput

Slide 12 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord

lopen
A
lope
B
lop
C
loop
D
loope

Slide 13 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord

bidden
A
bidd
B
bid
C
bidde
D
bide

Slide 14 - Quiz

Wat is de ik-vorm van het werkwoord

lopen
A
lope
B
lop
C
loop
D
loope

Slide 15 - Quiz

Wat is de ik-vorm van het werkwoord

bidden
A
bidd
B
bidde
C
bid
D
bide

Slide 16 - Quiz

opdracht 5
We bespreken opdracht 5.

We zoeken de stam maar ook de ik-vorm.

Slide 17 - Diapositive