H4 literatuurgeschiedenis 19: algemene inleiding

Welkom V4tb
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom V4tb

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Korte terugblik vorige les
  2. H 18 Dierenepiek en rederijkers
  3. Literatuurgeschiedenis 19: algemene inleiding
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Dierenepiek
  • Verhalen, gegoten in de vorm van een heldendicht (epos)
  • Oorspronkelijk: Latijn, vanaf ca. 1170 ook Frans en Middelnederlands
  • Antropomorfisme: dieren die zich als mensen gedragen
  • Bedoeling: d.m.v. parodie en satire zowel te amuseren als te kritiseren (kritiek op de ridderroman en de middeleeuwse samenleving)
  • Van de vos Reynaerde is dus een speciale ridderroman

Slide 3 - Diapositive

Dierensymboliek
  • slang = duivel
  • vos = sluwheid
  • beer = hebzucht
  • hond = trouw

Slide 4 - Diapositive

Toneel in de middeleeuwen

Vanaf 14e eeuw in steden bloeit het toneel.

In de stad worden verschillende soorten stukken opgevoerd:  
  • geestelijk toneel (heiligenspel, moraliteit, mysteriespel, mirakelspel)
  • wereldlijk toneel (Abelspel en korte kluchten (sotternieën))

Slide 5 - Diapositive

Rederijkers
  • Ontstaan begin 15e eeuw
  • De dichters: rederijker
  • Stedelijke verenigingen waar men literatuur beoefende
  • Leden grotendeels afkomstig uit schrijvende beroepen zoals onderwijzers en notarissen
  • Rederijkers werden bij feestelijke gelegenheden ingeschakeld
  • De teksten waren bedoeld voor publieke voordracht, voor stedelijk publiek

Slide 6 - Diapositive

Rederijkerskamers
  • Beroemde rederijkerskamer: De Fonteine uit Gent
  • Beroemde rederijkers waren: Anthonis de Roovere, Anna Bijns, Eduard de Dene
  • Men schreef ernstig en komisch toneel en gedichten
  • Rederijkerskamers organiseerden landjuwelen (toneelwedstrijden)
  • Populaire rederijkerstekst: het refrein: gedicht van minimaal 4 strofen, een vaste slotregel per strofe, de stok
  • Bekendste tekst uit rederijkerstijd is: Mariken van Nieumeghen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat was ook alweer de Latijnse spreuk die de middeleeuwen samenvat?

Slide 9 - Question ouverte

Literatuurgeschiedenis 19
Pluk de dag (1600-1700)

deel 1: algemene inleiding

Slide 10 - Diapositive

500-1600
1600-1700
1700-1800
1800-1850
Middeleeuwen
Romantiek
Renaissance
Verlichting

Slide 11 - Question de remorquage

5

Slide 12 - Vidéo

02:09
Op welke manier had de drukpers een maatschappelijke functie?
A
iedereen kon nu een verhaal lezen en daarover met elkaar praten
B
bepaalde ideeën konden sneller en makkelijker worden verspreid
C
vrouwen konden nu meer bijdragen aan de maatschappij
D
iedereen kreeg nu dezelfde versie van de verhalen te horen en dus de juiste boodschap

Slide 13 - Quiz

02:44
Welke twee mannen hadden kritiek op de Katholieke kerk en waren dus voor de Reformatie?

Slide 14 - Question ouverte

02:56
Wat deden de humanisten?
A
ze waren het niet eens met Luther en Calvijn
B
ze zetten zich af tegen de Grieken en de romeinen
C
ze gingen terug naar de bron; terug naar de klassieke oudheid
D
ze schreven teksten in nieuwe genres

Slide 15 - Quiz

03:31
Waar of niet waar?
Erasmus schreef in de volkstaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

04:47
Hoe heet het bekendste werk van Erasmus?
A
Adagia
B
Colloquia
C
Enchiridion Militiis Christiani
D
Het Lof der Zotheid

Slide 17 - Quiz

De idee over de mens
  • In de middeleeuwen was de mens anoniem onderdeel van de gemeenschap.
  • Nu begon men de mens steeds meer als uniek individu te zien die zich diende te ontwikkelen.

Slide 18 - Diapositive

Homo universalis
  • Iemand die thuis was in vrijwel alle kunsten en wetenschappen
  • Humanisme
  • Invloed op het onderwijs  --> Latijn: internationale taal van geleerden
  • Culturele elite van schrijvers en geleerden --> rederijkers
  • Literatuur voor geleerde individuen

Slide 19 - Diapositive

Leven op aarde
In de 16de/17de eeuw richten mensen hun blik steeds meer op het leven op aarde. 

Door ontdekkingen gaan de mensen anders over de wereld denken: 
  • de aarde is rond en niet plat, de aarde draait om de zon (Copernicus)
  • de ontdekking van Amerika (Columbus)
  • de boekdrukkunst zorgt voor snelle verspreiding van al dit nieuws

Slide 20 - Diapositive

2

Slide 21 - Vidéo

00:50
Wat betekent renaissance?
A
klassieke oudheid
B
wedergeboorte
C
klassieke kunst
D
antropocentrisch

Slide 22 - Quiz

03:27
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de renaissance?

Slide 23 - Question ouverte

Waar of niet waar?

De terugkeer naar de klassieke oudheid was de kern van de renaissance.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Renaissance betekent dus wedergeboorte. Wedergeboorte van wie of wat?
A
Literatuur, kunst, filosofie etc. uit de klassieke oudheid.
B
Jezus Christus
C
Het protestantisme
D
Het katholicisme

Slide 25 - Quiz

translatio
imitatio
aemulatio
overtreffen
vertalen
navolgen

Slide 26 - Question de remorquage

In de Renaissance stond de mens centraal.
Met een moeilijk woord noem je dat?
A
estheticisme
B
classicisme
C
theocentrisme
D
antropocentrisme

Slide 27 - Quiz

D.m.v. de boekdrukkunst konden nieuwe opvattingen snel door Europa verspreid worden.
Bv. hervormers van de kerk
Erasmus, Luther en Calvijn
Bv. Niet meer een feodale vorst maar een nobele regent die met verstand en instemming het volk regeert
Bv. De stad is het middelpunt  van de neo-classistische cultuur en bouwkunst

Slide 28 - Diapositive

Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God maar als iets wat uit hemzelf voortkwam.
Mens is uniek en in staat tot grootste prestaties
Zelf willen uitvinden hoe de wereld in elkaar zat.
Wedergeboorte van de klassieke oudheid
antropocentrisme
Renaissance
individualisme
empirisme

Slide 29 - Question de remorquage

Middeleeuwen
Renaissance
Theocentrisch
Antropocentrisch
Gemeenschapskunst
Kunstenaar als individu
Humanisme
Standenmaatschappij
Reformatie

Slide 30 - Question de remorquage

Afsluiting
Je hebt deze les geleerd over:
  • Humanisme
  • Reformatie
  • Renaissance
  • Translatio, imitatio, aemulatio
  • Antropocentrisch



Slide 31 - Diapositive

Vooruitblik
Volgende les: donderdag 28 november
  • Huiswerk: leren par. 17, 18 en 19 (p. 184-197 en LessonUps)
  • Meenemen: LAPTOP
  • Programma: literatuurgeschiedenis 19: literaire teksten

Slide 32 - Diapositive