A1 Eten en drinken

Lesplan
1. Woordzoeker.
2. Vragen maken. 
3. Op de markt. 
4. TC. 

 
 

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Lesplan
1. Woordzoeker.
2. Vragen maken. 
3. Op de markt. 
4. TC. 

 
 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze les: 

Je kunt op de markt vertellen wat je wilt kopen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
Donderdag 29 mei

geen les 

Hemelvaart 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordzoeker
Maak de woordzoeker.

Slide 4 - Diapositive

Begeleide inoefening (rol = didacticus)
Los samen met de leerlingen een voorbeeld-probleem op en stel hierbij veel vragen om het begrip te controleren
Laat leerlingen samen een probleem oplossen en blijf het begrip controleren.
Stel vragen en laat leerlingen zo veel mogelijk hun denkproces verwoorden.


Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions


Rendictee

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen maken
1
2
3
Lees
jij
  de tekst?
Drinkt
       hij

      we
           koffie?

       naar huis?


  Gaan

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen maken
1
3
4
jij
  de tekst?
       hij

      
           koffie?

       naar huis?


lees
drinkt
  gaat
    2
Wanneer
Waar
 Wie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de markt
Verkoper:
1) Goedemorgen. Kan ik u helpen? 

3) Een kilo appels kost 1 euro 50. 
5) Anders nog iets? 
6) Dat kan. Wilt u 1 kilo? 

8) Oke. Dat is 1 euro. Anders nog iets? 
10) Dat is dan 4 euro, alstublieft. 
12) Dank u wel. En u krijgt 1 euro terug. Alstublieft. 
14) Tot ziens!
Klant:
2) Goedemorgen. Ja, hoeveel kosten appels? 
4) Oke, ik wil graag twee kilo. 
5) Ja, ik wil ook graag tomaten. 
7) Nee, ik wil minder. Ik wil graag een pond. 
9) Nee, bedankt. 
11) Ik heb 5 euro. Alstublieft. 
13) Bedankt. 

15) Tot ziens!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed gedaan!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinsbouw 
Wie? 
werkwoord
Wanneer?
Wat?
Waar?
Ik
loop
elke dag
5 km
in het bos. 
Mijn oma
kookt
op zondag
kippensoep
in de keuken. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions