Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
alle beeldaspecten Compositie & kleur
licht, vorm, ruimte
Slide 1 - Diapositive
Tekstoverlapping
afsnijding
Slide 2 - Question de remorquage
Groot voor, klein achter
Afsnijding
Overlapping
Scherpte, diepte
SLEEP DE TEKST OP HET JUISTE PLAATJE
Slide 3 - Question de remorquage
Dit kunstwerk is:
A
tweedimensionaal
B
driedimensionaal
C
ruimtelijk
Slide 4 - Quiz
Hier is sprake van:
A
overlapping
B
afsnijding
C
atmosferisch perspectief
D
verkorting
Slide 5 - Quiz
Je ziet dat hier sprake is van atmosferisch perspectief door:
A
haar handen die over elkaar vallen
B
haar schouders die een beetje scheef staan
C
het landschap achter haar
D
de horizon
Slide 6 - Quiz
Bij atmosferisch perspectief:
A
zijn altijd bruine kleuren gebruikt
B
zijn altijd felle kleuren gebruikt
C
worden kleuren in de verte altijd blauwer
D
worden kleuren in de verte altijd bruiner
Slide 7 - Quiz
Vervreemdend
Perspectief
Slide 8 - Diapositive
Wat is een ander woord voor compositie?
A
Muziekstuk
B
Ordening
C
Kleurgebruik
D
Verdeling
Slide 9 - Quiz
wat is een compositie?
A
Allemaal voorwerpen op een tafel.
B
Een schilderij of een foto.
C
Een ruimtelijk beeld.
D
De manier waarop vormen, kleuren, lijnen en richtingen in een kunstwerk zijn geordend /samengesteld.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Welke compositie wordt hier gebruikt?
A
overall compositie
B
diagonale compositie
C
centrale compositie
D
driehoek compositie
Slide 12 - Quiz
DRIEHOEKS COMPOSITIE
Een driehoekscompositie heeft de belangrijkste elementen in de vorm van een al dan niet zichtbare driehoek staan.
De dingen in de top van zo’n compositie zien er belangrijk uit. LET OP: een getekende driehoek op een papier maakt geen driehoek-compositie, bij een compositie gaat het altijd om de positie van verschillende vormen samen.
Andrew Hem sillestsquid
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Welke compositie wordt hier gebruikt?
A
overall compositie
B
diagonale compositie
C
centrale compositie
D
driehoek compositie
Slide 15 - Quiz
Het is een overall compositie, want
er gebeurt overal wat. Er is geen aandachtspunt, alles is even belangrijk.
Er zit vaak herhaling in, dit zorgt voor een bepaald ritme.
OVERALL COMPOSITIE
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
CENTRAAL COMPOSITIE
Leonardo da Vinci Mona Lisa
Bij een centrale compositie staat het belangrijkste element in het midden van het beeldvlak. Een centrale compositie heeft een punt (meestal in het midden van het beeldvlak) waar alle elementen in het vlak naar toe wijzen. Het is daarom ook vaak een symmetrische compositie.
Slide 18 - Diapositive
Welke compositie is het MEEST van toepassing op deze foto?
A
Dynamische compositie
B
Overall compositie
C
Centrale compositie
D
Diagonale compositie
Slide 19 - Quiz
Centrale compositie
(je aandacht wordt naar het midden van de foto getrokken)
Diagonale compositie
(de belangrijkste lijn in de foto is diagonaal = schuin)
Slide 20 - Diapositive
SYMMETRIE
Bij een symmetrische compositie wordt een deel van het beeld gespiegeld rond een (of meerdere) symmetrieas(sen). De spiegeling hoeft niet heel nauwkeurig te zijn, het gaat meer om een gelijkmatige verdeling van de beide kanten van de as.
Gottfried Helnwein Head of a child III
Slide 21 - Diapositive
Rustig/statisch
Onrustig/dynamisch
Slide 22 - Diapositive
Wat zijn zuivere/verzadigde kleuren?
A
Kleuren die niet gemengd zijn
B
Kleuren die gemengd zijn
C
Kleuren die niet gemengd zijn met wit of zwart
D
Kleuren die gemengd zijn met wit of zwart
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Wat is het effect van een Complementair contrast?
Slide 25 - Question ouverte
geef een voorbeeld van kleur-tegen-kleur
Slide 26 - Question ouverte
kwaliteits
complementair
warm koud
Slide 27 - Question de remorquage
OPTISCHE KLEURMENGING
Kleuren worden met stipjes of streepjes naast elkaar op het doek gezet. Van dichtbij zie je de kleuren duidelijk apart, maar op een afstand lijken de kleuren in elkaar te vloeien: de kleuren worden op het netvlies in je oog gemengd.
Slide 28 - Diapositive
Geometrisch vorm Organisch vorm
Slide 29 - Diapositive
Organisch
organische vormen
- planten, dieren & mensen
- gebogen lijnen
- niet kaarsrecht
Slide 30 - Diapositive
Geometrisch
Geometrische vormen
- vierkanten, driehoeken
- veel rechte lijnen
- duidelijke vormen
Slide 31 - Diapositive
GEOMETRISCH en ORGANISCH:
Geometrisch : Wiskundig.
Organisch: Natuurlijk.
Slide 32 - Diapositive
wat voor soort vorm is dit? (meer antwoorden goed)
A
organisch
B
rond
C
geometrisch
D
hoekig
Slide 33 - Quiz
De vormen op het schilderij zijn.....
Geef 2 antwoorden.
A
hoekig
B
rond
C
geometrisch
D
organisch
Slide 34 - Quiz
De vorm van deze garnaal is....
A
geometrisch
B
biologisch
C
mythologisch
D
organisch
Slide 35 - Quiz
Wat is een belangrijk kenmerk van de organische vorm?
A
Alles is rond
B
Met een passer gemaakt
C
Alles is hoekig
D
Gebaseerd op natuurlijke vormen
Slide 36 - Quiz
Dit kunstwerk heeft een
A
open vorm
B
gesloten vorm
Slide 37 - Quiz
Dit kunstwerk heeft een
A
open vorm
B
gesloten vorm
Slide 38 - Quiz
Dit schilderij is...
A
Geometrisch
B
Gedetaileerd
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Diapositive
Welk lichtbegrip hoort bij deze foto?
Slide 41 - Diapositive
Welk lichtbegrip hoort bij deze foto?
A
Meelicht
B
Slagschaduw
C
Tegenlicht
D
Strijklicht
Slide 42 - Quiz
Welk twee lichtbegrippen zie je in deze foto terug?
Slide 43 - Diapositive
Welk twee lichtbegrippen zie je in deze foto terug?
A
Tegenlicht en eigen schaduw
B
Strijklicht en zijlicht
C
Eigen schaduw en zijlicht
D
Strijklicht en tegenlicht
Slide 44 - Quiz
Welk lichtbegrip hoort bij deze foto?
Slide 45 - Diapositive
Welk lichtbegrip hoort bij deze foto?
A
Slagschaduw
B
Eigen schaduw
C
Zijlicht
D
Strijklicht
Slide 46 - Quiz
Kijk goed naar deze afbeelding. Welk lichtbegrip hoort bij deze foto?
Slide 47 - Diapositive
Welk lichtbegrip hoort bij deze foto?
A
Meelicht
B
Zijlicht
C
Tegenlicht
D
Strijklicht
Slide 48 - Quiz
Kijk goed naar dit plaatje. Welk lichtbegrip hoort hierbij?
Slide 49 - Diapositive
Welk lichtbegrip herken je in dit plaatje?
A
Strijklicht
B
Tegenlicht
C
Slagschaduw
D
Zijlicht
Slide 50 - Quiz
Kijk goed naar deze afbeelding. Welke lichtbegrippen zie je in dit schilderij?