Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica 23/5
Grammatica 23/5
terugblik woordsoorten vorige les
B > Je leert vandaag over het bezittelijk voornaamwoord.
K > Je leert vandaag over bezittelijk, vragend, aanwijzend en betrekkelijk voornaamwoord.
1 / 10
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
10 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica 23/5
terugblik woordsoorten vorige les
B > Je leert vandaag over het bezittelijk voornaamwoord.
K > Je leert vandaag over bezittelijk, vragend, aanwijzend en betrekkelijk voornaamwoord.
Slide 1 - Diapositive
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Een lidwoord
B
Een persoon, plaats of ding
C
Een bijvoeglijk naamwoord
D
Een werkwoord in de verleden tijd
Slide 2 - Quiz
Welke van de volgende is een werkwoord?
A
de
B
huis
C
mooi
D
lopen
Slide 3 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Een woord dat een actie beschrijft
B
Een voorzetsel
C
Een lidwoord
D
Een woord dat een zelfstandig naamwoord beschrijft
Slide 4 - Quiz
Welk woord is een lidwoord?
A
snel
B
huis
C
de
D
lopen
Slide 5 - Quiz
wat is een bezittelijk voornaamwoord
Bezittelijke voornaamwoorden (bez. vnw) geven een bezit aan.
Ze kunnen bijvoeglijk gebruikt worden.
Is dat
jouw
huis?
Bezittelijke voornaamwoorden kunnen ook zelfstandig in de zin voorkomen. Er staat dan een lidwoord voor.
Gaan we naar jouw huis of het
mijne
?
Slide 6 - Diapositive
aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw) wijst iets of iemand aan.
Kijk, zie je
die
luchtballon?
De aanwijzende voornaamwoorden zijn deze, dit, die en dat.
Deze/dit gebruik je voor iets wat dichtbij is; die/dat voor iets wat ver weg is.
Slide 7 - Diapositive
vragend voornaamwoord
De vragende voornaamwoorden (vr. vnw) zijn wie, wat, welk(e) en wat voor (een).
Meestal staan ze aan het begin van een vragende zin.
Wie
moet er morgen een spreekbeurt houden?
Slide 8 - Diapositive
betrekkelijk voornaamwoord
Het betrekkelijk voornaamwoord (betr. vnw) verwijst terug naar een woord of een woordgroepje dat er vlak voor staat.
Voorbeelden van betrekkelijke voornaamwoorden zijn
die
en
dat
.
De vrouw
die
daar loopt, is onze buurvrouw.
Het spel
dat
ik voor mijn verjaardag kreeg, is heel spannend.
Slide 9 - Diapositive
(thuis)werk
B > bladzijde 204-205: opdracht 7, 8 en 9
K > bladzijde 196-200: opdracht 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15
Klaar? NUMO
Slide 10 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Woordsoortbenoeming Blok 1 en 2 - Les 1 - L2HB L2AA
September 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordsoorten
February 2025
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Grammatica blok 1 en 2- Woordsoortbenoeming 2 havo
November 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Blok 4 - Grammatica - Les 4
June 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordsoorten M4a
February 2025
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Voornaamwoorden
January 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling grammatica klas 3
October 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Herhaling woordsoorten TL2
June 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2