Paragraaf 3

Paragraaf 3
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen paragraaf 3
- Je kunt een bevolkingsdiagram aflezen
- Je kunt het verband uitleggen tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en de welvaart van een land.
-Je kunt de vijf fases van het demografisch transitiemodel noemen.
-Je kent de belangrijkste bevolkingskenmerken van de VS en Mexico
- Je kent de belangrijkste culturele kenmerken van de VS en Mexico
- Je kent enkele bijzondere culturele kenmerken van het grensgebied

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Opdrachten
Maak de opdrachten 1 en 2 van paragraaf 1.3

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 1a, b
1 a Hoe hoger de mate van verstedelijking is, hoe minder gelijkmatig de bevolkingsspreiding is.
b Mensen kunnen hier gemakkelijker in hun bestaan voorzien omdat de omstandigheden voor landbouw hier qua temperatuur en neerslag het best zijn (niet te warm en niet te droog).

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 1c, d
1c Omdat ze aan de kust liggen, hadden en hebben ze een gunstige ligging om handel te drijven.
d Vanaf de jaren zestig is dit gebied geïndustrialiseerd. Dit heeft geleid tot een enorme toename van de werkgelegenheid en migratiestromen naar dit gebied vanuit andere delen van Mexico.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 2a
2 a Het cijfer voor bevolkingsgroei wordt voor een groot deel bepaald door het aantal geboorten in een land. De hoogte van dit cijfer bepaalt het aandeel van de leeftijdsgroep 0-4 jaar in de bevolking.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 2b
2b – Voordeel: er zijn relatief weinig mensen in de lagere leeftijdscategorieën. Dit betekent dat er in verhouding weinig mensen zijn die niet werken zijn en geld kosten voor scholing.
– Nadeel: er zijn relatief veel mensen in de hogere leeftijdscategorieën en weinig in de lagere leeftijdscategorieën. Dit betekent dat er in verhouding weinig mensen zijn om de zorg en de uitkeringen voor deze grote groep ouderen te betalen.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 2c
2c – Het geboortecijfer is in Mexico hoger dan in de VS. Dit verklaart dat er in verhouding veel meer mensen in de lagere leeftijdscategorieën zitten.
– Het vruchtbaarheidscijfer is in Mexico hoger dan in de VS. Dit verklaart dat er in verhouding veel meer mensen in de lagere leeftijdscategorieën zitten.
– De levensverwachting in Mexico is lager dan in de VS. Dit verklaart onder andere waarom er in verhouding minder mensen in een hogere leeftijdscategorie zitten.

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke 5 fases er in het demografisch transitiemodel zijn.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen racisme in de VS en NL
  • Je hebt een onderbouwde mening over racisme in Nederland
  • Je kunt een omschrijving geven van de bevolkingssamenstelling van de VS en Mexico

Slide 11 - Diapositive

Demografisch transitiemodel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wisbordjes
Teken uit het hoofd het demografisch transitiemodel
Draai dan je bordje om en geef antwoord op de volgende vragen:

Slide 14 - Diapositive

Wat is geen kenmerk van fase 2 van het demografisch transitiemodel?
A
het geboortecijfer daalt
B
het sterftecijfer daalt
C
de bevolkingsomvang neemt toe
D
er is minder kindersterfte

Slide 15 - Quiz

Wat daalt er eerst in het demografisch transitiemodel?
A
geboortecijfer
B
sterftecijfer

Slide 16 - Quiz

Het demografisch transitiemodel
A
Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
B
Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
C
Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
D
Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.

Slide 17 - Quiz

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografisch transitiemodel?
A
Geboortecijfer
B
Sterftecijfer
C
Levensverwachting
D
Geboorteoverschot

Slide 18 - Quiz

Wat past NIET bij de derde fase van het demografisch transitiemodel?
A
Groot geboorte-overschot
B
Bevolkingsdiagram in de vorm van een granaat
C
Dalend sterftecijfer
D
Grote gezinnen

Slide 19 - Quiz

Opdrachten
Maak opdracht 3

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 3
3 a 3 – 1 – 4 – 2
b C
c D

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Stelling
In Nederland is racisme ook aanwezig

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Stelling:
Rasisme zou in de kerk vaker besproken moeten worden

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Schrijf op je wisbordje:
  • Een cultuurkenmerk van de VS
  • Een cultuurkenmerk van Mexico

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdrachten 4 en 5 uit paragraaf 1.3

Slide 31 - Diapositive

Opdracht 4a
4 a Een etnische groep is een groep waarvan de leden door dezelfde afkomst dezelfde identiteit hebben. Een identiteit is het geheel van gemeenschappelijke culturele kenmerken zoals waarden, gewoonten en opvattingen.

Slide 32 - Diapositive

Opdracht 4b

Slide 33 - Diapositive

Opdracht 5a, b
5 a Voorbeelden van juiste antwoorden:
– migratie;
– contact met mensen die al gemigreerd zijn;
– een baan aan de andere kant van de grens;
– toerisme.
b Gewoonten (bijvoorbeeld taal, eetgewoonten, kleding). Het is gemakkelijker om gewoonten aan te passen dan opvattingen.

Slide 34 - Diapositive

Opdracht 5c
5c – Voorbeelden van argumenten voor deze mening:
– De hispanics die zich in de grensregio vestigen, nemen hun cultuur mee, bijvoorbeeld taal.
– Er zijn al delen van steden waar Spaans in plaats van Engels wordt gesproken.
– Voorbeelden van argumenten tegen deze mening:
– Mexicanen nemen de Amerikaanse cultuur graag over, waardoor de kans groot is dat de Amerikaanse cultuur niet verdwijnt.
– Veel blanke Amerikanen houden vast aan hun eigen culturele gewoonten.

Slide 35 - Diapositive