H5.2

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

IJsbreker

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?

De afspraken

Noteer 3 zinnen die je gebruikt in een winkel

Taalfuncties

Lekker of niet lekker?

Hoe zwaar is …?

Een cola, graag

Grammatica

Werkwoorden: moeten, kunnen, willen, mogen

Mij, jou, u

Begrippen

Een kilo

Eerst, dan, daarna

Lettergrepen

De volgende KLANKEN worden geoefend: /o/, /a/, /au/, /u/, /uu/, /j/.

De doelen van dit hoofdstuk: 

Vind je dat nou echt lekker?

Je kent de woorden van de les.

Je kunt de woorden gebruiken in zinnen.

Je kunt over jezelf vertellen en je mening geven.

Je hebt de opdrachten van de les begrepen en goed gemaakt.

De doelen van de les: 

blz. 117

De vragen in het boek bespreken.

les 2

Naar welke winkel ga je wel eens?

Maak een boodschappenlijstje voor de slager

de bakker                          de groenteboer                     de supermarkt

de kaaswinkel                                    de slager

les 2

De luisterteksten. 

Luister goed.     Wat heb je gehoord?

les 2

Wat kopen Sylvia en Yvonne?

Welk stuk kaas is zwaarder?

de oude kaas

de jonge kaas

kaas

een onsje graag....

Luister goed naar de luistertekst.

het gewicht

1 kilo = 1000 gram

1 pond  = 500 gram

1 ons = 100 gram

anderhalf ons = 150 gram

1  1/2

De klant koopt 3 dingen bij de slager. Welke dingen?

Een bos wortels

Luister goed naar de luistertekst.

de wortel         de peen

de wortels       de penen

de bos wortels 

de losse wortels

het gewicht

Hoe zwaar is ....?

Hoeveel weegt ....?

                            de weegschaal

opdrachten vanaf bladzijde 118

Maak de opdrachten en kijk ze zelf na.

opdrachten vanaf bladzijde 121

Hoe gaat het met jullie?

Hoe zwaar is dit stuk vlees?

Hoe oud ben jij?

Hoe laat is het?

Hoe heet jij?

Heb je de doelen behaald?

Je kent de woorden van de les.

Je kunt de woorden gebruiken in zinnen.

Je kunt over jezelf vertellen en je mening geven.

Je hebt de opdrachten van de les begrepen en goed gemaakt.

Hoe ging de les?

De doelen van de les: 

opdrachten vanaf bladzijde 121

Mag het iets meer zijn?

Precies zes ons.

Hoe gaat het met jullie?

Goed. En met jullie?

opdrachten vanaf bladzijde 121

Hoe laat is het?

Het is twaalf uur.

Wil je een boterham?

Een boterham met kaas? Ja, lekker.

Huiswerk: 

Maak de online opdrachten.

Lees de les nog een keer door.

Maak de opdrachten af.

IJsbreker