Par. 10 Persoonsvormen in samengestelde zinnen

Nederlands
Hoofdstuk 2
Lezen: Tekstdoelen en publiek
Taalverzorging: Persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Hoofdstuk 2
Lezen: Tekstdoelen en publiek
Taalverzorging: Persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen

Slide 1 - Diapositive

Welk tekstdoel heeft een advertentie?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen/tot handelen aanzetten

Slide 2 - Quiz

Een krantenartikel of nieuwsbericht heeft als tekstdoel ......
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
instrueren

Slide 3 - Quiz

Welk tekstdoel heeft een recept?
A
instrueren
B
informeren
C
adviseren
D
overtuigen

Slide 4 - Quiz

Een reclamefolder heeft als doel.....
A
informeren
B
tot handelen aanzetten
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 5 - Quiz

Als een schrijver zijn mening geeft, dan wil hij de lezer ......
A
adviseren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 6 - Quiz

Waaraan kun je zien voor welk publiek de tekst is geschreven?

Slide 7 - Question ouverte

 Samengestelde zinnen:
Schrijf de persoonsvormen
en de onderwerpen op 

Slide 8 - Diapositive

Voordat ik ga sporten, eet ik een banaan en een sinaasappel.

Slide 9 - Question ouverte

De leerlingen organiseren een barbecue en zij regelen alles zelf.

Slide 10 - Question ouverte

Max gaat de hele vakantie werken, zodat hij in september een scooter kan kopen.

Slide 11 - Question ouverte

De lege fles gaat in de glasbak, want op deze fles zit geen statiegeld.

Slide 12 - Question ouverte

Samengestelde of enkelvoudige zin??

Slide 13 - Diapositive

Gijs en Bram Voordewind gingen op vakantie, ook al hadden ze niet veel geld.
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin

Slide 14 - Quiz

Die negatieve houding speelt een belangrijke rol bij jouw beoordeling.
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin

Slide 15 - Quiz

Gedurende de puberteit experimenteren veel jongeren met alcohol en drugs.
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin

Slide 16 - Quiz

Zullen we gaan bowlen of wil je liever kanoën?
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin

Slide 17 - Quiz

 Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Kijk goed of het werkwoord een pv is. 
De persoonsvormen zet je in de tegenwoordige tijd (vt).

Slide 18 - Diapositive

De gemeente […] (vervangen) de oude asfaltlaag en […] (verbreden) het fietstpad ernaast.

Slide 19 - Question ouverte

Arwin […] (kloppen) bij de directeur op de deur, toen hij er uitgestuurd […] (zijn).

Slide 20 - Question ouverte

De monteur […] (checken) de auto en [...] (verklaren) hem rijklaar.

Slide 21 - Question ouverte

 Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Kijk goed of het werkwoord een pv is. De persoonsvormen zet je in de tegenwoordige tijd (tt).

Slide 22 - Diapositive

Omdat het zonnig weer was, is het experiment met de zonnecellen goed […]
(lukken).

Slide 23 - Question ouverte

De verzekering […] (vergoeden) de schade, omdat dit in de polis vermeld staat.

Slide 24 - Question ouverte

Natasja is uit de ringen gevallen en heeft haar been […] (breken).

Slide 25 - Question ouverte



 Noteer de juiste vorm van de werkwoorden. Kijk goed of het werkwoord een persoonsvorm is. Kijk naar de zin om te ontdekken of je de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt) moet gebruiken.

Slide 26 - Diapositive


Toen de agenten niet […] (ingrijpen), werd door de omstanders hevig […]
(klagen).

Slide 27 - Question ouverte

De jeuk […] (worden) alleen maar erger, als je nu […] (krabben).

Slide 28 - Question ouverte

Gisteren […] (controleren) een monteur de leiding, nadat een gaslucht was […]
(constateren).

Slide 29 - Question ouverte

Succes met de toets!!!!

Slide 30 - Diapositive