Unit 4 - Lesson 2

Unit 4 - Lesson 2
Class 1A
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Unit 4 - Lesson 2
Class 1A

Slide 1 - Diapositive

Lesson goals
  • By the end of this lesson you will be familiar with words about music.

  • By the end of this lesson you can explain in your own words what the most important information in an audiofragment about music is. 

  • By the end of this lesson you can express your future plans by using the grammatical form "to be going to"

Slide 2 - Diapositive

Music

Slide 3 - Carte mentale

Opdracht 4 + 5
Wat 
Maak opdracht 4 + 5 van Lesson 2 van Unit 4. 
Hoe
Zelfstandig en in stilte op de Ipad met oortjes in. 
Hulp
Docent (Steek je hand op) en de woordjes op p. 151 van het werkboek.
Tijd
6 minuten
Uitkomst
Je hebt belangrijke informatie uit een luisterfragment kunnen halen en daarmee opdracht 4 + 5 kunnen maken. 
Klaar
Maak opdracht 12 van Lesson 2 van Unit 4 op p. 127 in het werkboek. (Woordenlijst op p. 151).
timer
6:00

Slide 4 - Diapositive

Beschrijf in 1 zin waar het luisterfragment over ging.

Slide 5 - Question ouverte

Opdracht 6
  • Wat wordt er bedoelt met de volgende zin:  

       "I'm going to see the film next Friday." 

Slide 6 - Diapositive

To be going to
I

am / 'm
going to
watch TV.
You

are / 're
going to
watch TV.
He / She / It

is / 's
going to
watch TV.
We / You / They

are / 're
going to
watch TV. 

Slide 7 - Diapositive

Vul de juiste vorm van "to be going to" in:
I __________ (visit) my grandmother this weekend.

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van "to be going to" in:
They __________ (have) a party tomorrow.

Slide 9 - Question ouverte

To be going to
I

am / 'm
not
going to
watch TV.
You

are / 're
not
going to
watch TV.
He / She / It

is / 's
not
going to
watch TV.
We / You / They

are / 're
not
going to
watch TV. 

Slide 10 - Diapositive

Vul de juiste vorm van "to be going to" in:
She __________ (not / cook) dinner tonight.

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van "to be going to" in:
We __________ (not / play) football after school.

Slide 12 - Question ouverte

To be going to
Am 

I
going to
watch TV?
Are

you
going to
watch TV?
Is

he / she / it
going to
watch TV?
Are

we / you / they 
going to
watch TV?

Slide 13 - Diapositive

Vul de juiste vorm van "to be going to" in:
__________ you __________ (study) for the test?

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van "to be going to" in:
__________ he __________ (buy) a new phone?

Slide 15 - Question ouverte

Werkblad
Wat 
Maak de opdrachten op het werkblad over to be going to.  
Hoe
Zelfstandig en in stilte, schrijf antwoorden op het werkblad. 
Hulp
Docent (Steek je hand op) en p. 126 van het werkboek.
Tijd
15 minuten
Uitkomst
Je hebt geoefend met het maken van to be going to en het beschrijven van plannen in het Engels. 
Klaar
Maak opdracht 7, 8 en 9 van Lesson 2 van Unit 4 op p. 126 en 127 in het werkboek. 
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Maak een Engelse zin met to be going to waarin jij jouw plannen voor deze week beschrijft.

Slide 17 - Question ouverte

Lesson goals
  • By the end of this lesson you will be familiar with words about music.

  • By the end of this lesson you can explain in your own words what the most important information in an audiofragment about music is. 

  • By the end of this lesson you can express your future plans by using the grammatical form "to be going to"

Slide 18 - Diapositive

See you next time!

Slide 19 - Diapositive