Paragraaf 2 verwarmen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Welkom 

Hoofdstuk 3 paragraaf 2

Verwarmen

Doelen

Na deze les Kun je reproduceren wat soortelijke warmte is.

Na de les kun je uitrekenen hoeveel energie nodig is om een stof op te warmen.

Energie omzetten

Om iets op te kunnen warmen hebben we energie nodig. Dit halen we in huis uit elektrische energie en chemische energie.

Soortelijke warmte

Soortelijke warmte is de hoeveelheid energie die nodig is om 1 gram, 1 graad te laten stijgen.

- Constante

- Stofeigenschap

Voorbeeld

water heeft een soortelijke warmte van 4,180 J/(g*°C)

Nu stijgt de temperatuur van het water met 1 graad. 

Hoeveel energie heb ik toegevoegd?

En als de temperatuur met 10 graden stijgt. 

Hoeveel energie heb ik dan toegevoegd?

Formule soortelijke warmte

Q = c*m*(Te-Tb)

Q energie in joule (J)

c soortelijke warmte (J/(g*°C)

m massa in Kg

temperatuurverschil (Te-Tb) = (ΔT)

Rekenopgave

Een kokend waterkraan verwarmt 1,5 liter water van 20°C tot 100°C. Soortelijke warmte van water is 4,180 J/(g*°C)

Bereken hoeveel energie hiervoor nodig is.

Rekenopgave

Een kokend waterkraan verwarmt 1,5 liter water van 20°C tot 100°C. Soortelijke warmte van water is 4,180 J/(g*°C)

Bereken hoeveel energie hiervoor nodig is.

Rekenopgave

Joan vult de waterkoken in figuur 12 helemaal met water van 20°C. daarna zet ze het apparaat aan. 

Bereken hoelang het minstens duurt voordat het water kookt. geef je antwoord in minuten.

Elektrische waterkoker

- inhoud 1,7 L

- 2200 W

Maken 

Hoofdstuk 3 paragraaf 2

Voorbereiding volgende week (proef in magister)