Beoordeling schrijven

BEOORDELING SCHRIJVEN
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BEOORDELING SCHRIJVEN

Slide 1 - Diapositive

Dit gaan we doen
  • Cijfers bekijken
  • Randvoorwaarden bespreken 
  • Schrijfopdracht 1 oefenen

Slide 2 - Diapositive

CIJFERS
LAGER DAN 2F 
4,5 | 5,4 | 2,8 | 3,6 | ONBEPAALD

IEDEREEN DUS EEN HER!
BEN JE INGESCHREVEN?

Slide 3 - Diapositive

OPVALLENDHEDEN
  • Woordgebruik
  • Spelling 
  • Interpunctie en hoofdletters  
  • Variatie in voegwoorden
  • Aanhef en afsluiting niet passend


Slide 4 - Diapositive

Hoe word je beoordeeld?
  • 80%-regel
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie, grammatica
  • Leesbaarheid

Slide 5 - Diapositive

80%-regel
  • 3 schrijfopdrachten
  •  80% van 3 = 2,4, dus je moet ze alle drie maken.
  • Geen 80% = een 1 als eindcijfer 


  • Tip: lees de opdrachten, bedenk hoeveel tijd je ongeveer per opdracht nodig hebt en verdeel de tijd dus goed.  

Slide 6 - Diapositive

Samenhang
  • Opbouw van de tekst: alinea's | inleiding, kern, slot, aanhef 
  • Signaalwoorden: want, omdat, daarom, toch, tegelijkertijd
  • Verwijswoorden: deze, die, dit, dat, hem, haar, ons  

Slide 7 - Diapositive

Samenhang
  • Opbouw van de tekst: alinea's | inleiding, kern, slot, aanhef 
  • Nieuw onderwerp = nieuwe alinea 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Afstemming op doel
  • Lees goed wat je moet schrijven. 
  • Voer alle opdrachten uit! 
  •  2 argumenten = 2 argumenten en niet 1! :) 

Slide 13 - Diapositive

Afstemming op publiek
  • Aan 'wie' schrijf je de tekst? 
  • Sollicitatiebrief = formeel = nette taal: u, Geachte, etc. 
  • Brief naar vriend = informeel = jij, Hallo, etc.  

Slide 14 - Diapositive

Woordenschat en woordgebruik
  • Volledige zinnen schrijven
  • Denk goed na over welke woorden je gebruikt. 
  • Let goed op het gebruik van lidwoorden: de, het, een 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Spelling, interpunctie, grammatica
Spelling:
  • Hoofdletters, juist schrijven van (werk)woorden.
Interpunctie: 
  • punt, komma, dubbele punt, vraagteken, uitroepteken, etc. 
Grammatica: 
  • Woordvolgorde in de zin. 
  • Controleer altijd je tekst nog een keer. 
  • Spatie ACHTER de komma of punt. Niet ervoor.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Leesbaarheid
Bij advertentie of recensie: 
  • Titel 
  • Tussenkopjes + alinea's 

Bij brief: 
  • Aanhef, afsluiting 
  • Alinea's 

Slide 20 - Diapositive