Nederlands Woordenboek NuN lezen 2.1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Schrijf 'goedemorgen' in een taal naar keuze

Vaktaal

Welke woorden ben je tegengekomen?

Vaktaal

Intern begeleider

vpr

Lesdoelen

Je kent strategieën om de betekenis van een woord af te leiden

Je leert hoe je doelgericht een woord kan opzoeken in het woordenboek

Je leert welke woordenboeken je online kan gebruiken

Je weet de betekenis van een woord niet

De betekenis afleiden uit de tekst

Je weet de betekenis van een woord niet

Betekenis afleiden uit het woord

Woordenboek

Wie zoekt weleens iets op in een papieren woordenboek?

Hoe werkt dat?

Zoeken in een papieren woordenboek

Op welk trefwoord zoek je het volgende woord:
momenten

Op welk trefwoord zoek je het volgende woord:
gemarkeerd

Op welk trefwoord zoek je het volgende woord:
Ontweken

Op welk trefwoord zoek je het volgende woord:
Persoonlijke

hechting

hoger

heerlijk

hartelijk

handen

Zoek op alfabetische volgorde

Bij de juiste letter> Zoek dan verder op de tweede en volgende letter

Bekijk de zoekwoorden bovenaan de pagina

Online woordenboeken

woordenlijst.org	officiële spelling van het woord
www.vandale.nl/opzoeken	betekenis van het woord
onzetaal.nl/taaladvies	voor alle twijfelgevallen over gebruik en schrijfwijze
synoniemen.net	synoniemen

Oefenen: Zoek op in een online woordenboek:
benodigd

Oefenen: Zoek op in een online woordenboek:
uitsluitend

Afsluiting

Vragen over de opdrachten

Lesdoelen behaald?

Je kent strategieën om de betekenis van een woord af te leiden

Je leert hoe je doelgericht een woord kan opzoeken in het woordenboek

Je leert welke woordenboeken je online kan gebruiken

Volgende keer:

figuurlijk taalgebruik

als een woord meerdere betekenissen heeft

Zoek de juiste schrijfwijze en uitspraak

Aan de slag

PW: Taalblokken

Woordenschat 3F 

Schooltaal les 1

DV: Nu Nederlands

Ws 2.1 Zoeken in het woordenboek

Opdracht 4, 5 en 6

Hoe leerzaam was deze les?

😒🙁😐🙂😃

Zoek op het juiste trefwoord

1. Zoek op het hele werkwoord 

2. Zoek bij een zelfstandig naamwoord op het enkelvoud

3. Zoek bij de kortste vorm van het woord 

4. Zoek een afkorting bij de gewone woorden