2.2 drugs

• Lb
• MBO
• Studiejaar 1

Middelengebruik

Burgerschap

Periode 2 les 1

Afspraken

Laat elkaar in zijn/haar waarde (respect)

Je mag je eigen ervaring delen, dit hoeft niet.

Quiz

23 vragen over middelengebruik 

1. Het combineren van energiedrank met alcohol kan geen kwaad.

1. Waar
2. Niet waar

2. Wat wordt precies bedoeld met het alcoholpromillage?

1. Het percentage alcohol in het bloed.
2. Het aantal milligrammen alcohol op 1 liter bloed
3. Het aantal milligrammen pure alcohol per milliliter bloed.
4. Het aantal milliliters alcohol in een liter bloed

Een promillage beschrijft hoeveel alcohol er in het bloed zit. Een promillage van 1 betekent bijvoorbeeld dat 1 milliliter bloed 1 milligram alcohol bevat. Dit is dus 0,001 gram alcohol per 0,001 liter bloed. 

3. Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking vanaf 18 jaar drinkt weleens alcohol?

1. 50%
2. 65%
3. 80%
4. 95%

4. Een kater is een vorm van alcoholvergiftiging.

1. Waar
2. Niet waar

5. Is het strafbaar om alcohol door te geven aan een minderjarige?

1. Ja, maar alleen voor de minderjarige
2. Ja, maar alleen voor de volwassene
3. Ja, zowel voor de minderjarige als de volwassene
4. Nee, dit is niet strafbaar

6. Welke drug is de meest gebruikte in Nederland, vooral onder jongvolwassenen?

1. XTC (MDMA)
2. Cannabis (wiet)
3. GHB
4. Amfetaime

7. Mag je op dit moment 5 gram wiet bij je hebben?

1. Ja, dit mag
2. Nee, dit mag niet

8. Het roken van hasj en wiet zorgt voor blijvende schade aan je geheugen

1. Waar
2. Niet waar

9. Gebruik van cannabis kan de kans op schizofrenie vergroten.

1. Waar
2. Niet waar

10. In hoeveel procent van de Nederlandse gemeenten is er ten minste één coffeeshop?

1. ± 25%
2. ± 50%
3. ± 75%
4. ± 90%

11. Tot hoe lang na gebruik is cannabis nog aantoonbaar in je urine als je vaak blowt?

1. 1-2 uur
2. 2-3 dagen
3. 1-3 weken
4. 2-4 maanden

12. Hoeveel procent van de mensen in Nederland van boven de 18 heeft ooit cannabis gebruikt?

1. 7%
2. 23%
3. 38%
4. 77%

13. Vroeger zat er echt cocaïne in coca-cola.

1. Waar
2. Niet waar

14. Hoe lang voelt de gebruiker ongeveer de effecten van één snuif cocaïne?

1. Een paar minuten
2. 30 minuten
3. 1-2 uur
4. 4-6 uur

15. Hoe lang duurt gemiddeld het effect van één XTC pil?

1. Minder dan 1 uur
2. 1 tot 2 uur
3. 4 tot 6 uur
4. 8 tot 10 uur

16. Hoeveel procent van de Nederlandse volwassen bevolking (18+) heeft ooit XTC gebruikt?

1. Minder dan 1%
2. Ongeveer 7%
3. Ongeveer 14%
4. Ongeveer 25%

17. GHB wordt gemaakt van gootsteenontstopper

1. Waar
2. Niet waar

18. Hoe wordt verreweg de meeste GHB gebruikt?

1. Het wordt gesnoven
2. Het wordt geslikt in pilvorm
3. Het wordt gespoten
4. Het wordt gedronken als vloeistof

19. Hoe kan je merken dat iemand GHB in je drankje heeft gedaan?

1. Dit kan je zien
2. Dit kan je ruiken
3. Dit kan je proeven
4. Het is onmogelijk om te zien, ruiken en/of proeven

20. Hoe lang werkt de nicotine uit 1 sigaret?

1. 10 minuten
2. 30 minuten
3. 60 minuten
4. 90 minuten

21. Welke drug is populair onder jongeren vanwege de stimulerende effecten en wordt vaak 'speed' genoemd?

1. XTC (MDMA)
2. Cannabis (wiet)
3. Cocaïne
4. Amfetamine

22. Hoe lang na gebruik is speed nog in het lichaam aan te tonen?

1. 1-4 uur
2. 1-4 dagen
3. 1-4 weken
4. 1-4 maanden

23. Speedgebruik kan leiden tot een slecht gebit. Hoe komt dat?

1. Door de hoge zuurgraad van speed wordt het glazuur aangetast
2. Door speed krijg je enorme trek in zoetigheid.
3. Door speed trekt je tandvlees zich terug en krijg je gaatjes en loszittende tanden
4. Door ongecontroleerde kauwbewegingen en knarsetanden beschadig je je gebit.

Zoals je in het filmpje kon zien, ontstaat een verslaving niet van het één op andere dag.
Er gaan verschillende stappen aan vooraf.
Preventiewerkers maken gebruik van het model 'stadia van gebruik'. 

Kennismaking

Experimenteren

Sociaal gebruik

Gewoonte gebruik

Problematisch gebruik

Verslaving

Weten dat het bestaat. Kinderen die zien dat ouders een wijntje drinken

Ontdekken. Uit nieuwsgierigheid of om erbij te horen

Incidenteel en alleen voor je plezier / ter ontspanning;

Je blijft altijd bewust van de risico's. 

Je gebruikt op matige en gecontroleerde wijze. Waardoor het geen effect heeft op andere belangrijke zaken.

Je gebruikt voor je plezier, maar wel bijvoorbeeld elk weekend. 

Het is voor jou dan eerder een gewoonte. 

Wanneer het gewoonte gebruik invloed heeft op andere zaken in je leven. Bijvoorbeeld: financiële problemen, je komt afspraken niet na, moeite met opstaan.

Je denkt voortduren aan het middel. Gebruiken is een manier geworden om met problemen om te gaan en stoppen lukt zelf niet meer.

Hulp inschakelen

Waar kun je terecht als je hulp wil voor je verslaving?

• Loopbaancentrum (school via je slb'er/docent)
• Tactus
• Huisarts

SLB-gesprekken

Wil je een Teams gesprek voor de vakantie?

Kom straks even bij mij.