Workshop B1: Leesfasen/ strategieën

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1-4

Workshop B1: Leesstrategieën en meerkeuzevragen

Vandaag

• Ik ken verschillende leesfasen, doelen en strategieën bij het examen.
• Ik weet hoe ik meerkeuzevragen moet aanpakken.

Voorkennis

Bespreek samen:

• Lees je weleens? Zo ja, wat lees je? In welke taal lees je dit?
• Wat weet je van het examen lezen B1?
• Wat kun jij al goed bij leesvaardigheid? Wat wil je leren?

Informatie examen Lezen B1

• Je maakt het examen op de computer.
• Het tekstboekje krijg je op papier.
• Je krijgt ongeveer 8 teksten en ongeveer 40 vragen.
• Het examen duurt 110 minuten.
• Je mag het Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal van Van Dale gebruiken.
   

Vragen examen Lezen B1

Je krijgt vragen op het examen die gaan over:

• het opzoeken van informatie in de tekst.

Praat samen:

Wat bedoelen we met deze punten?

Vragen examen Lezen B1

Je krijgt vragen op het examen die gaan over:

• de betekenis van een stukje tekst
• de relatie tussen twee stukken tekst 
• de conclusie van een tekst.

Praat samen:

Wat bedoelen we met deze punten?

Leesfasen, doelen en strategieën

• Bij het examen Lezen lees je in fasen 
• Je gebruikt verschillende manieren van lezen. 
• De vraag bepaalt welke leesstrategie je gebruikt!

We kijken samen naar de verschillende leesfasen

Lezen op B1, blz. 18/19

Aanpak leestekst:

Zie volgende dia

Lezen op B1, blz. 18/19

Waarover gaat onze leestekst?

Op welke manier lezen we onze tekst?

Oriënterend lezen

1. Tekst boven leestekst
2. Titel 
3. kopjes

Spreek samen:

Waarover gaat onze leestekst?

Wat is het doel van deze tekst?

Lees alleen de vragen:

Hoe moet je nu verder lezen?

1. Globaal
2. Zoekend
3. Intensief?

Bespreek samen:

Hoe moet je de tekst lezen?

Leg uit waarom 

Aanpak leesexamen

1. Lees de herkomst, de titel en de tussenkopjes
2. Vraag jezelf: Wat is het doel van de tekst? Informeren/ overtuigen/ overhalen/ amuseren
3. Ga snel naar de vragen.
4. Lees de vraag: moet je globaal/ zoekend/ intensief lezen? Bedenkt wat een logisch antwoord is.
5.  Onderstreep de kernwoorden in de vraag
6. Onderstreep de verschillen tussen de antwoorden
7. Kies het 'beste' antwoord. 
8. Geef altijd een antwoord. 

Geen idee?

Kies dan het logische antwoord

Kies je antwoord niet te snel

Kernwoorden: belangrijke woorden

Samenwerken:

1. Zet een streep onder de kernwoorden van de vraag

2. Zet een streep onder de kernwoorden in de antwoorden              (geven het verschil aan)

3. Lees nu de tekst en kies je antwoord.

Docent doet vraag 1 voor.

Bespreken van de goede antwoorden

Synoniemen

Synoniem: woorden met ongeveer dezelfde betekenis

In het examen worden veel synoniemen gebruikt

Signaalwoorden

Wat is de functie van signaalwoorden?

Welke signaalwoorden ken je?

Oefenen met meerkeuzevragen

• Lees de tekst
• Maak de vragen

Lezen op B1, blz. 125, 126, 127

Vandaag vond ik de les ...

😒🙁😐🙂😃