Cette leçon contient 49 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Welkom in de les
Korte herhaling
5 min.
Nakijken huiswerk
10 min.
Uitleg § 4.2
20 min.
Maken vragen
15 min.
Slide 1 - Diapositive
OH JA......
Algemeen belang
Democratie, indirect, direct
Referendum
Verkiezingen, actief/passief kiesrecht
Slide 2 - Diapositive
Bespreken huiswerk
Vragen § 4.1
werkboek: 78/81
4-5-6-7-8-9-10-14b
Slide 3 - Diapositive
4
Zodat de overheid kan zorgen voor zaken van algemeen belang. Bijvoorbeeld veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg en aanleg van wegen.
Slide 4 - Diapositive
5
In een democratie heeft het volk invloed op politieke besluiten. Wij kiezen onze bestuurders in Nederland: de volksvertegenwoordigers
Slide 5 - Diapositive
6
Nederland is een directe / indirecte democratie,
want wij kiezen volksvertegenwoordigers die namens ons belangrijke besluiten nemen. Bijvoorbeeld voor de gemeenteraad of Tweede Kamer.
Slide 6 - Diapositive
7
Een referendum past bij een directe / indirecte democratie,
want het is een volksstemming over een belangrijk onderwerp. Dat betekent dat de bevolking direct stemt over een onderwerp en niet indirect via het parlement
Slide 7 - Diapositive
8
Voor beide moet je minstens 18 jaar oud zijn.
Slide 8 - Diapositive
9
Bij passief kiesrecht wordt er op jou gestemd, bij actief kiesrecht stem jij op een ander.
Slide 9 - Diapositive
10
Bijvoorbeeld: geen gas winnen betekent veiligheid voor burgers in Groningen, maar geen inkomsten voor Nederland.
Slide 10 - Diapositive
14b
Voordeel: bijvoorbeeld: je kunt je mening geven over een wet of wetsvoorstel. Of: je hebt invloed op de politiek. Of: je voelt je betrokken.
Nadeel: bijvoorbeeld: je hebt niet de kennis om over elk aspect van de wet na te denken. Of: je moet tijd vrijmaken om een keuze te maken en te gaan stemmen
Slide 11 - Diapositive
4.2 Wat valt er te kiezen?
Slide 12 - Diapositive
Leerdoelen:
Na vandaag weten we:
-wat een politieke stroming is -welke drie grote politieke stromingen er in Nederlands zijn en welke kenmerken daar bij horen.
Weten we wat politiek links, midden en rechts is.
-weten we wat populisme is
Slide 13 - Diapositive
Aantekeningen maken
<--
Slide 14 - Diapositive
Liberalisme
Vrijheid
Mensen maken hun eigen keuzes
Overheid moet geen normen voorschrijven
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Sociaal-democratie
Slide 17 - Diapositive
Economische vrijheid en persoonlijke vrijheid
Aantekening
= weinig
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Christen-democratie
Slide 20 - Diapositive
en solidariteit (klaar staan voor anderen)
Aantekening
= veel
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Aantekening
Bijbel
= niet veel, niet weinig
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Welke stroming + 2 kenmerken
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Aantekening
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Slide 31 - Diapositive
Populisme
- Niet links of rechts!
- Voor: 'gewone burgers
- Tegen: Elite
- Vaak nationalistisch (tegen immigranten en Europa)
- Culturele tradities zijn belangrijk: Sinterklaas & Kerst
- In NL: PVV en FVD
Aantekening
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Werken aan het huiswerk!
Ga lekker zelfstandig aan het werk met het huiswerk.
Je maakt 2.1, 2.2 en 2.3.
timer
20:00
Slide 35 - Diapositive
Huiswerk
Paragraaf 4.2:
lesboek: 58 - werkboek: 82
vragen:
1-2-5-6-7-8-9-11-12-
14- thuis maken en bespreken met ouders
Slide 36 - Diapositive
1
Liberalisme, sociaal-democratie en christen-democratie.
Slide 37 - Diapositive
2
• Economische vrijheid: bijvoorbeeld: bedrijven mogen maken en verkopen wat zij willen met zo min mogelijk bemoeienis van de overheid.
• Persoonlijke vrijheid: bijvoorbeeld: vrouwen mogen zelf bepalen of ze voor een abortus kiezen.
Slide 38 - Diapositive
5
Bijvoorbeeld: je inzetten als mantelzorger. Of: vrijwilligerswerk doen in buurthuizen. Of: activiteiten voor ouderen verzorgen.
Slide 39 - Diapositive
6
Linkse partijen zijn voor een actieve overheid om de verschillen tussen rijk en arm te verkleinen. Bijvoorbeeld de SP.
Slide 40 - Diapositive
7
Rechtse partijen vinden dat burgers zo veel mogelijk voor zichzelf moeten zorgen en niet moeten verwachten dat de overheid alles voor hen regelt. Bijvoorbeeld JA21.
Slide 41 - Diapositive
8
Middenpartijen vinden dat mensen eerst voor elkaar moeten zorgen. De overheid moet alleen ingrijpen als er geen andere manier is.
Slide 42 - Diapositive
9
Populistische politici zeggen dat ze opkomen voor de belangen van ‘gewone’ burgers en ze willen nadrukkelijk de ‘stem van het volk’ laten horen.