Arbeidsvaardigheden: samenwerken

Communicatieve Vaardigheden
samenwerken
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Communicatieve Vaardigheden
samenwerken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voordeel
van samenwerken?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

 De voordelen van samenwerken
- sneller een doel behalen
- 2 weten meer dan 1 
- Ieder heeft eigen kwaliteiten
- Je kunt elkaar aanmoedigen
- Het kan gezellig zijn

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les...
Doelen: 

- Ik overleg met mijn groepsgenoten.

- Ik reflecteer op mijn eigen gedrag.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenwerken
In groepjes voeren jullie samen een opdracht uit.
Als je samenwerkt overleg je met elkaar.
Dit overleg is belangrijk. Jullie voeren een werkoverleg.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het werkoverleg
In het werkoverleg bespreken jullie:


-wat is het plan van aanpak?
-wie gaat welke taken doen?
-hoe gaat het?
-welke dingen moeten nog worden opgelost?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: puzzel maken
Werk in groepen van 3 leerlingen.
Overleg samen hoe je dit gaat aanpakken!


Opdracht
Maak de puzzel.

Afspraken:
Iedereen doet actief mee.
Overleg met elkaar ; voor, tijdens en na het samenwerken.



 


Slide 9 - Diapositive

Bespreken: zie samenwerken 2
o.a. 
Hoe gaat het met jou als iets niet lukt?
Hoe gaat het als het samenwerken lastig gaat?
Wat maakt dat los bij jou?
Wat ga je dan doen?
Hoe ga je om met medeleerlingen die op een bepaalde manier reageren (wat vind je lastig / wat denk-voel-doe je dan)?



Tip: Je moet aan de touwtjes trekken om een bekertje te “pakken” en te stapelen. 
Wat ging er goed/ niet goed
met het samenwerken?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen
- Hoe ging het?
-Wie heeft de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- hoe ging het en waarom?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben jullie geleerd in deze les?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions