Woordenschat NT2

Informatiemiddag ISK - 28 mei 2025
Woordenschat NT2
Woordenschat in de klas
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Informatiemiddag ISK - 28 mei 2025
Woordenschat NT2
Woordenschat in de klas

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TPR
Woordenschat in de klas

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn wij?
  • Johan Wibbens en Marieke van Hagen
  • Docenten NT2 op de ISK in Assen 
  • Expertisedeling

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie over de ISK
Woordenschat in de klas

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 1
Zorg en Welzijn Basis-/Kaderklas

Er zit een leerling in de klas die uit Oekraïne komt. Bij de toetsen en het koken in de klas doet hij goed mee, maar bij de theorielessen is hij heel erg stil. Hij kan dan niet meekomen met de les en geeft geen antwoord als je hem iets vraagt. Zijn schouders gaan omhoog en hij zegt alleen ‘ik weet het niet mevrouw’. En dat terwijl je aan zijn toetsen kan zien dat hij het wel snapt!

  • Je wil deze leerling actiever mee laten doen met de theorielessen, maar wat zou je kunnen doen om dit te bewerkstelligen?

Slide 5 - Diapositive

In elk doel komt de inhoud van het vak naar voren (fietsverlichting controleren) én de taalvaardigheid (iets vertellen, stappen in een stappenplan opschrijven).

Door eerst naar de video te kijken maakt de leerling kennis met de vakinhoud. Ook hoort hij belangrijke woorden al een keer langskomen en leest hij ze op het bord. Dat maakt het makkelijker om straks de instructie te begrijpen.

Bij de taalvaardigheden geldt altijd: laat de leerling eerst luisteren, iets bekijken of ergens over praten. Daarna pas aan de slag gaan met schriftelijke vaardigheden. De tekst kan zo gekoppeld worden aan de klanken en beelden die hij net heeft gehoord en gezien.
Werken aan woordenschat
  • basis van een taal
  • alle vakken
  • dagelijkse woorden
  • schooltaalwoorden
  • vaktaalwoorden
vertellen, straks, pen, gisteren, ...
gezamenlijk, oorzaak, stijgen, aankruisen, ...
agrarisch, vulkaan, hartspier, metselen, ...

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 2
Geschiedenisles in VWO 3

Er zit een Iraanse leerling, die 3,5 jaar in Nederland is, in VWO 3. In de meeste lessen kan hij wel meekomen, maar hij heeft moeite met geschiedenis. De vragen die hij in de tekst op moet zoeken lukken hem wel, maar hij komt niet mee met de inzichtsvragen. Hij haalt geen voldoende voor dit vak. Ook niet voor biologie en aardrijkskunde. Bij wiskunde/Nederlands/Engels staat hij wel voldoende. Die collega’s delen niet de ervaring dat hij moeite heeft met de stof.

  • Wat kan je als docent doen om deze leerling beter te bedienen, zonder dat je hem in een uitzonderingspositie zet?

Slide 7 - Diapositive

In elk doel komt de inhoud van het vak naar voren (fietsverlichting controleren) én de taalvaardigheid (iets vertellen, stappen in een stappenplan opschrijven).

Door eerst naar de video te kijken maakt de leerling kennis met de vakinhoud. Ook hoort hij belangrijke woorden al een keer langskomen en leest hij ze op het bord. Dat maakt het makkelijker om straks de instructie te begrijpen.

Bij de taalvaardigheden geldt altijd: laat de leerling eerst luisteren, iets bekijken of ergens over praten. Daarna pas aan de slag gaan met schriftelijke vaardigheden. De tekst kan zo gekoppeld worden aan de klanken en beelden die hij net heeft gehoord en gezien.

Slide 8 - Diapositive

In elk doel komt de inhoud van het vak naar voren (fietsverlichting controleren) én de taalvaardigheid (iets vertellen, stappen in een stappenplan opschrijven).

Door eerst naar de video te kijken maakt de leerling kennis met de vakinhoud. Ook hoort hij belangrijke woorden al een keer langskomen en leest hij ze op het bord. Dat maakt het makkelijker om straks de instructie te begrijpen.

Bij de taalvaardigheden geldt altijd: laat de leerling eerst luisteren, iets bekijken of ergens over praten. Daarna pas aan de slag gaan met schriftelijke vaardigheden. De tekst kan zo gekoppeld worden aan de klanken en beelden die hij net heeft gehoord en gezien.
Zijn er nog vragen?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Expertisedeling
  • Marieke van Hagen                   khm@nassauvincent.nl
  • Johan Wibbens                           wbb@nassauvincent.nl

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taalontwikkelende praktijkles
Les fietsverlichting controleren

  • benoemen van taalvakdoelen
  • doelwoorden opschrijven
  • video over aansluiten dynamo
  • vervolg les

- Je kunt vertellen welke soorten verlichting er op de fiets zitten.
- Je kunt een stappenplan voor fietsverlichting controleren en compleet maken.
  • de aansluiting
  • de dynamo
  • de koplamp
  • de verlichting
  • verbinden met
Kijkvraag: Noem drie voorwerpen die je nodig hebt om fietsverlichting aan te sluiten.

Slide 11 - Diapositive

In elk doel komt de inhoud van het vak naar voren (fietsverlichting controleren) én de taalvaardigheid (iets vertellen, stappen in een stappenplan opschrijven).

Door eerst naar de video te kijken maakt de leerling kennis met de vakinhoud. Ook hoort hij belangrijke woorden al een keer langskomen en leest hij ze op het bord. Dat maakt het makkelijker om straks de instructie te begrijpen.

Bij de taalvaardigheden geldt altijd: laat de leerling eerst luisteren, iets bekijken of ergens over praten. Daarna pas aan de slag gaan met schriftelijke vaardigheden. De tekst kan zo gekoppeld worden aan de klanken en beelden die hij net heeft gehoord en gezien.
Samengevat
  • Benoem de doelen met in elk doel de inhoud van het vak en de       taalvaardigheid.
  • Schrijf doelwoorden op en bespreek die.
  • Gebruik beeldmateriaal bij de inleiding en stel (kijk)vragen.
  • Laat de leerlingen eerst luisteren, iets bekijken of ergens over praten.   Daarna ga je pas aan de slag met schriftelijke vaardigheden.
Gebruik zowel schooltaalwoorden als vaktaalwoorden.

Slide 12 - Diapositive

In elk doel komt de inhoud van het vak naar voren (fietsverlichting controleren) én de taalvaardigheid (iets vertellen, stappen in een stappenplan opschrijven).

Door eerst naar de video te kijken maakt de leerling kennis met de vakinhoud. Ook hoort hij belangrijke woorden al een keer langskomen en leest hij ze op het bord. Dat maakt het makkelijker om straks de instructie te begrijpen.

Bij de taalvaardigheden geldt altijd: laat de leerling eerst luisteren, iets bekijken of ergens over praten. Daarna pas aan de slag gaan met schriftelijke vaardigheden. De tekst kan zo gekoppeld worden aan de klanken en beelden die hij net heeft gehoord en gezien.