Blok 7 week 3 les 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Spelling Blok 7 Week 3 Les 1

Instructie grondwoord +te/ste

- de breedte. Grondwoord is breed. Langermaakwoord + te

- slechtste. Grondwoord is slecht. Luchtwoord + ste

Welk woord past in de zin?
Deze olifant is groot. Hij is de ... olifant van allemaal.

1. grootte
2. grootste

Welk woord past in de zin?
De winter is koud. Het is de ... van de eeuw.

1. koudte
2. koudste

Welk woord past in de zin?
Deze boom is breed. Hij groeit vooral in de ...

1. breedte
2. breedste

Welk woord past in de zin?
Deze trui is wijd. Het is de ... die ik heb.

Welk woord past in de zin?
Dit model is groot. Is het op ware ... gemaakt?

Welk woord past in de zin?
Deze dag is heet. Het is de ... dag van het jaar.

kilowoorden

T.T. V.T. of Volt.T.
Ik zweeg.

1. T.T.
2. V.T.
3. Volt.T.

T.T. V.T. of Volt.T.
Hij heeft geluisterd.

1. T.T.
2. V.T.
3. Volt.T.

T.T. V.T. of Volt.T.
Jullie praten.

1. T.T.
2. V.T.
3. Volt.T.

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Typ het woord nu nog een keer goed:
de baliemedewerker

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Typ het woord nu nog een keer goed:
contant

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Typ het woord nu nog een keer goed:
overmaken

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Typ het woord nu nog een keer goed:
beroemdste

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Typ het woord nu nog een keer goed:
het bankbiljet

Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)

Typ het woord nu nog een keer goed:
het adres

Luister naar de zin en typ.
(zonder categorieën)

Typ de zin nu nog een keer goed:
Hij stort het gespaarde geld op een gunstige spaarrekening.

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
Hij stort het gespaarde geld op een gunstige spaarrekening.

1. hij
2. stort
3. gespaarde
4. geld

Wat is het onderwerp van deze zin?
Hij stort het gespaarde geld op een gunstige spaarrekening.

1. hij
2. stort
3. gunstige
4. spaarrekening

Welke woordsoort is geld?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Welke woordsoort is gespaarde?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Welke woordsoort is spaarrekening?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Welke woordsoort is gespaarde?

1. lidwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord