Engels woorden Hoofdstuk 2

Wat betekenen deze Engelse woorden?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat betekenen deze Engelse woorden?

Slide 1 - Diapositive

Wat betekend Jeans
A
Schoenen
B
Broek
C
Vest
D
Trui

Slide 2 - Quiz

Wat betekend Coat?
A
Trui
B
Vest
C
Bloes
D
Jas

Slide 3 - Quiz

Wat betekend shoes?
A
Vest
B
Jurk
C
Trui
D
Schoenen

Slide 4 - Quiz

Wat betekend skirt?
A
Rok
B
Vest
C
Jurk
D
Jas

Slide 5 - Quiz

Wat betekend Trousers
A
Nette broek
B
Trui
C
Jurk
D
Bloes

Slide 6 - Quiz

Wat is een Jacket?
A
Bloes
B
Trui
C
Jas
D
Vest

Slide 7 - Quiz

Wat is een cap?
A
t-shirt
B
Pet
C
Trui
D
Rok

Slide 8 - Quiz

Wat is een dress?
A
Rok
B
Broek
C
Jurk
D
Nette broek

Slide 9 - Quiz

Wat is een Hoodie?
A
Trui
B
Rok
C
Bloes
D
Vest

Slide 10 - Quiz

Wat zijn boots?
A
Laarzen
B
Vest
C
Trui
D
Jas

Slide 11 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

SHOES

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

JEANS

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

 TROUSERS

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

SKIRT

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

T-SHIRT

Slide 24 - Diapositive