Wat helpt tegen een SOA

Wat helpt tegen een SOA
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Wat helpt tegen een SOA

Slide 1 - Diapositive

Wat helpt een SOA voorkomen?
A
Condoom en spiraaltje
B
Condoom
C
Condoom en pil
D
Condoom, pil, spiraaltje

Slide 2 - Quiz

Wat is een SOA? en hoe krijg je het?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe krijg je het
Besmetting kan plaatsvinden door geslachtsgemeenschap en
door ander seksueel contact tussen geslachtsorganen, mond of anus.

Slide 4 - Diapositive

Spiraaltje
5 jaar 
10 jaar

Slide 5 - Diapositive

Anticonceptiestaafje en de prikpil 
Anticonceptiestaafje: Elke dag geeft het staafje een heel kleine hoeveelheid hormonen af aan het lichaam. Het staafje kan drie jaar blijven  zitten.


Prikpil: krijgt een vrouw om de drie maanden een 
injectie met een hormoon dat de ovulatie remt. 
De menstruatie wordt minder en blijft soms helemaal 
weg.


Slide 6 - Diapositive

Anticonceptie ring en pleister
Anticonceptiering vervang je na 3 weken en daarna een pauze week. De anticonceptie pleister vervang je elke week en daarna ook een pauze week. 

Slide 7 - Diapositive

Sterilisatie

Slide 8 - Diapositive

Bij welke voorbehoedsmiddelen is er geen direct contact tussen de geslachtsorganen?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe krijg je het
Besmetting kan plaatsvinden door geslachtsgemeenschap en
door ander seksueel contact tussen geslachtsorganen, mond of anus.

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig werken (15 min)
Maak opdracht 1 en 2 op je chromebook.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Wat helpt een SOA voorkomen?

Slide 14 - Question ouverte

Miranda wil Joost oraal bevredigen. Miranda is aan de pil, zijn ze voldoende beschermd tegen een soa? Zo, nee wat zouden ze moeten doen?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Bevalling


De bevalling begint meestal met weeën, waarbij de baarmoederspieren samentrekken om de baarmoedermond te openen (ontsluiting). Dit kan tot 20 uur duren. Daarna volgt de uitdrijving: krachtige weeën (persweeën) en buikspiersamentrekkingen persen het kind naar buiten. Dit deel duurt enkele seconden tot twee uur.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 23 - Quiz

Wat is GEEN fase van de bevalling?
A
Uitdrijving
B
Innesteling
C
Ontsluiting
D
Nageboorte

Slide 24 - Quiz

Hoe heet deze fase van de bevalling?
A
indaling
B
uitdrijving
C
ontsluiting
D
weeën

Slide 25 - Quiz

Op het moment van de bevalling is er een 'dwarsligging'. Wat bedoelen ze hiermee en wat kunnen ze dan doen om van het kind te bevallen?

Slide 26 - Question ouverte

Maak van 4.8
Maak opdracht 1 t/m 4. Klaar? maak de test jezelf. 

Slide 27 - Diapositive