Les 9 - Hebban olla vogola

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 6

Les 9  Hebban olla vogala

Lesdoel

1. Je kunt vertellen welke taal er werd gesproken in Nederland in de tijd van steden en staten.

2. Je kunt enkele boeken noemen uit die tijd.

Monnik

Weet je het nog?

We lezen samen blz. 93 t/m 95 (einde van de eerste alinea).

Wat was de schrijftaal van de monniken?

1. Nederlands
2. Spaans
3. Latijn
4. Afrikaans

Wat betekent: Hebban olla vogala

1. Hebben alle vogels....
2. Had Olga vogels...
3. Hebban heeft ook vogels...
4. Hebben vogels vleugels

In welk tijdvak bevindt deze tijd zich?

1. Grieken en romeinen
2. Monniken en ridders
3. Steden en staten
4. Wereldoorlogen

Schrijven

De monniken schreven Latijnse teksten over. Dit deden zij in het scriptorium. Dit is een zaal met schrijftafels en allerlei materialen die ze nodig hadden om te schrijven.

Kijkvraag:

Welke materialen zouden ze gebruiken bij het schrijven?

Kijk en luister goed naar het volgende filmpje. Daarna komt de kijkvraag nog een keer.

Welke materialen had een monnik nodig om te schrijven?

Van welk dier werd o.a. perkament gemaakt?

1. schaap
2. lammetje
3. geit
4. kippen

Welke taal? blz. 95

We lezen de tweede alinea en bekijken het plaatje. 

Het is één van de alleroudste (1000 jr) geschreven zinnen in de Nederlandse taal en is tevens een liefdesliedje.

Welke Nederlandse woorden herken je in dit zinnetje?

Het is één van de alleroudste (1000 jr) geschreven zinnen in de Nederlandse taal en is tevens een liefdesliedje.

Kijk en luister goed...

Hier komen de antwoorden op deze kijkvragen. (check in je boek op blz. 96)

Blz. 96: Koning Arthur

We lezen nu regel 1 t/m 9.

                                                Blz.97

Graaf Floris V

Je gaat kijken naar verschillende soorten letters. Wat valt je op?

Wat viel je op toen je naar de letters keek?

Zelf aan de slag

Jullie gaan nu zelf aan de slag met het maken van bijzondere letters.