3H Blok 5 - Spelling accenttekens

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3H Blok 5 - Spelling

Accenttekens

Les/lesdoel

• Herhaling kommagebruik
• Uitleg over accenttekens
• Oefenen met accenttekens
• Huiswerk maken

Lesdoel

Je weet wat accenttekens zijn en hoe je deze gebruikt.

Benoem een nieuwe regel over het kommagebruik.

De leerlingen, die de toets goed hadden gemaakt, waren heel blij.

1. Uitbreidende bijzin
2. Beperkende bijzin

De leerlingen die de toets goed hadden gemaakt, waren heel blij.

1. Uitbreidende bijzin
2. Beperkende bijzin

Kommagebruik

De leerlingen, die de toets goed hadden gemaakt, waren heel blij. 

De leerlingen die de toets goed hadden gemaakt, waren heel blij. 

Wat is het verschil in betekenis?

Kommagebruik

De leerlingen, die de toets goed hadden gemaakt, waren heel blij. Alle leerlingen hadden de toets goed gemaakt en waren blij.

De leerlingen die de toets goed hadden gemaakt, waren heel blij. Alleen de leerlingen die de toets goed hadden gemaakt, waren blij.

Kommagebruik

• Voor en na een bijstelling
• Voor en na een uitbreidende bijzin

• Na een beperkende bijzin

Blok 5 - Spelling

Accenttekens

• Uitspraaktekens
• Klemtoontekens

Klemtoontekens

Klemtoontekens gebruik je als je op een woord de nadruk wilt leggen.

• Dit is echt dé oplossing!
  
• Ik heb nog nooit een één gekregen voor een toets.
  
• Ik heb dat écht niet gedaan.

Uitspraaktekens

Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt. Wij gebruiken verschillende accenttekens in Nederland:

- accent aigu (streepje naar rechts)         cliché
- accent grave (streepje naar links)         barrière
- accent circonflexe (dakje)                        enquête

Uitspraaktekens

Wij gebruiken in wat mindere mate de volgende accenten:

- cedille                  Curaçao
- umlaut                 überhaupt
- tilde                      señor

Even oefenen!

Is zestien ampere/ampère genoeg?

1. ampere
2. ampère

Haar acné/acne/acnee is soms erg opvallend.

1. acné
2. acne
3. acnee

Hij wilde per se/persé naar de film.

1. per se
2. persé

De enquete/enquête is door de leerlingen opgesteld.

1. enquete
2. enquête

Oké/oke/okee, daar kan ik me nu wel bij neerleggen.

1. Oké
2. oke
3. okee

Voilá/voila, daarmee is de les nu volbracht.

1. Voilá
2. Voila

Wat heb je geleerd over accenttekens?

Huiswerk

Spelling

Maken opdracht 4 in je schift

Maken opdracht 5 in eDition