Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
1. Je nationaliteit staat op je identiteitskaart.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
2. Op het nieuwe model van de identiteitskaart staat een streepjescode.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
3. Op het nieuwe model van de identiteitskaart staan 2 foto's.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
4. Op het nieuwe model van de identiteitskaart staat een foto van je vingerafdruk opgeslagen op een chip.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
5. Je bent automatisch Belg als je beide ouders Belg zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
6. Je bent automatisch Belg als je geadopteerd wordt door (een) Belgische ouder(s).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
7. Je mag maar één nationaliteit hebben.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
8. Je kunt zelf de Belgische nationaliteit aanvragen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
9. Als je ouders een verschillende nationaliteit hebben, kun jij kiezen welke van beide je wilt, vanaf de leeftijd van 16 jaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
10. Het is voldoende als slechts 1 van je ouders de Belgische nationaliteit heeft: je pa of je ma. Die ouder kan dan voor jou de Belgische nationaliteit aanvragen.