Periode 2 - Les 5 - Pathologie – Hartfalen

Hartfalen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hartfalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag...
Hartfalen / Decompensatio Cordis

Wat gebeurt er bij hartfalen?
Symptomen
Oorzaken
Behandeling



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorg jij wel eens cliënten met hartfalen?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfalen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorlichting en leefstijlinterventies
• Vermijd het gebruik van NSAID’s zoveel mogelijk
• Adviseer dagelijks te wegen
• Adviseer natriumbeperking
• Overweeg vochtbeperking tot 1,5 à 2 liter per dag bij patiënten met ernstig hartfalen
• Overweeg gewichtsreductie bij patiënten met obesitas (BMI >30 kg/m2)
• Adviseer de jaarlijkse griepvaccinatie
• Ontraad roken en adviseer alcoholinname te beperken 

Slide 14 - Diapositive

NSAID's bij hartfalen worden afgeraden  vanwege de risico's op vasoconstrictie en retentie van water en zout en van verslechtering van de (vaak reeds gestoorde) nierfunctie.
Hoe hoog is het percentage patiënten dat hartfalen heeft gekregen door een hartinfarct?
A
10%
B
50%
C
25%
D
80%

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In hoeveel klassen kan hartfalen worden ingedeeld?
(Hint: net zoveel als bij COPD)
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat cliënten met hartfalen zo moe zijn?
A
Stuwing in de longen
B
Opname zuurstof in bloed schiet te kort
C
Hart kan niet voldoende bloed rondpompen
D
Alle genoemde oorzaken

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet een patiënt met hartfalen 's nachts vaker plassen?
A
Omdat patiënten 's avonds vaak nog wat extra drinken als ze die ruimte nog hebben op de vochtbalans.
B
Het vocht in de benen kan dan in de bloedbaan worden opgenomen en worden uitgescheiden
C
Tijdens het slapen werken de nieren beter waardoor ze meer vocht kunnen uitscheiden
D
Omdat de medicijnen dan beter werken.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Kroon heeft hartfalen. Hij heeft erg hoofdpijn. Welke medicatie kan hij het beste nemen?
A
Paracetamol
B
Ibuprofen
C
Aleve
D
Diclofenac

Slide 21 - Quiz

NSAID's bij hartfalen worden afgeraden vanwege de risico's op vasoconstrictie en retentie van water en zout en van verslechtering van de (vaak reeds gestoorde) nierfunctie.
Bij acuut hartfalen ontstaan de klachten binnen 48 uur.
Bij chronisch hartfalen ontstaan de klachten geleidelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cliënten met hartfalen moeten vaak gewogen worden, het liefste
A
2 keer per maand
B
2 keer per week
C
1 keer per week
D
elke dag

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Door een patiënt met hartfalen dagelijks te wegen kun je snel zien of hij/zij vocht vasthoud. Iemand kan nooit door teveel eten een of meer kilo’s in korte tijd aankomen.
Dit kan alleen vocht zijn en betekent dus dat iemand weer aan het decompenseren is.
>1-1,5 kg per week -> Arts/hartfalenverpleegkundige

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een beruchte oorzaak voor het plotseling verslechteren van hartfalen?
A
Hyperglycemie
B
Pneumonie
C
Uitdroging
D
Allergie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Astma Cardiale 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Astma Cardiale
Acute vorm van hartfalen links

Longoedeem
Plotselinge benauwdheid, vaak liggend. 
Kortademigheid en prikkelhoest of piepende ademhaling

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra kwetsbaar
Comorbiditeit:
  • Hypertensie
  • Diabetes mellitus
  • Coronairlijden
  • Obesitas
Hartfalen kent een onzeker ziektebeloop met afwisselende exacerbaties en stabiele periodes.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cliënten met ernstig chronisch hartfalen zijn vaak te zwaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het komt veel voor dat mensen met hartfalen afvallen en mager worden. Dit is vaak het gevolg van te moe zijn om voldoende te eten, kortademigheid of de eetlust is beperkt geworden door een continu vol gevoel in de bovenbuik.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een oudere cliënt met hartfalen is het verstandig om direct te beginnen met beide benen te zwachtelen
A
Juist, anders vult het andere been zich verder
B
Onjuist, het hart kan de stuwing van al het vocht wellicht niet aan
C
Juist, het vocht moet zo snel mogelijk weg om complicaties te voorkomen
D
Onjuist, 2 benen zijn te intensief om mee te beginnen

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve zorg (bij hartfalen)

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Terminale zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
stervensbegeleiding

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen van palliatieve zorg

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verloop van de palliatieve fasen

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met hartfalen is:
A
Korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
Geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
Langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions