AF TM8 Bewegingsstelsel 1

M1W1
3
bewegingsstelsel
1
TM module 8
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
AFPMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

M1W1
3
bewegingsstelsel
1
TM module 8

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar denk jij aan bij het begrip bewegingsstelsel?

Slide 2 - Carte mentale

Het bewegingsstelsel bestaat uit botten van het skelet, de gewrichten en de spieren.
8
bewegingsstelsel
LEERDOELEN...
  • vier functies van het skelet
  • bot opbouw
  • soorten botten
  • soorten gewrichten
  • Je kan bij een plaatje aangeven welk bot of spier getoond wordt en wat deze spier doet










Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1
skelet

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functies heeft het skelet?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

functie van het skelet...
  • het geeft stevigheid
  • het beschermt organen
  • maakt bewegen mogelijk
  • maakt bloedcellen
1.1
skelet

Slide 6 - Diapositive

  • beschermt belangrijke organen, zoals hersenen, longen, hart en ruggenmerg;
  • Botten produceren bloedcellen in het beenmerg, een proces dat hematopoëse wordt genoemd.
  • het skelet van een volwassene  bestaat uit ongeveer 206 botten
  • een aantal botten groeit aan elkaar
1.1
skelet

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Baby's worden geboren met minder botten dan een volwassenen, waar of niet waar
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Baby's worden geboren met ongeveer 350 botten, maar sommige fuseren na verloop van tijd.
Het kleinste bot van het menselijk lichaam (stijgbeugel) dat zit in het....?
A
arm
B
hoofd
C
oor
D
voet

Slide 9 - Quiz

Het kleinste bot in het menselijk lichaam is de stijgbeugel in het oor, slechts 2,8 millimeter lang.
Je voet is net zo groot als je onderarm
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Probeer het eens uit
1.2
botten

Slide 11 - Diapositive

Botten geven stevigheid aan je lichaam. Bot is levend weefsel. Het kan aangroeien, maar ook weer worden afgebroken.
van buiten naar binnen is bot opgebouwd uit...
  1. een beschermend botvlies
  2. een compacte botlaag (met botcellen in ringen gelegen)
  3. een sponzige botlaag (met daartussen beenmerg)
1.2.1
opbouw
botvlies
1
compact bot
2
sponzig bot
3

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

botcellen maken hun omgeving, de matrix bestaat uit...
  • kalk en zouten (stevigheid)
  • collagene vezels (rek)
  • hoe ouder iemand is, hoe minder vezels het bot heeft
1.2.1
opbouw
botcel
matrix van kalk, zouten en collagene vezels

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

botten worden blijvend opgebouwd en afgebroken en er zijn drie belangrijke cellen die te botopbouw regelen: 
  • botopbouwende botcellen (osteocyten), de meest voorkomende cel in volgroeid botweefsel
  • botvormende cellen (osteoblasten) een cel die botweefsel opbouwt 
  • botafbrekende cellen lossen het bot op (osteoclasten)
1.2.2
aanmaak en afbraak
botopbouwende cel
botafbrekende cel

Slide 14 - Diapositive

Botweefsel is levend weefsel. Tijdens je hele leven wordt er continu bot aangemaakt en afgebroken


er zijn 5 soorten botten...
  • lange beenderen (pijpbeenderen) zijn botten met een lange schacht (diafyse) en twee uiteinden (epifysen)...
1.2.3
soorten botten

Slide 15 - Diapositive

  • Het opperarmbeen is een voorbeeld van een pijpbeen
  • Het einde van de epifyse hoort bij het gewricht en is bedekt met kraakbeen.
voorbeelden (lang)
  • spaakbeen
  • ellepijp
  • opperarmbeen
  • dijbeen
  • kuitbeen
  • scheenbeen
1.2.3
soorten botten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • tussen schacht en uiteinde zit de groeischijf om het bot in de lengte te laten groeien
  • botcellen laten het bot in de breedte groeien
  • het (gele) beenmerg bestaat uit vet
  • het (rode) beenmerg maakt bloedcellen
1.2.3
soorten botten
beenmerg
(rood = bloedcelvormend, geel = vet)

Slide 17 - Diapositive

Deze schijven sluiten meestal rond de leeftijd van 18-25 jaar, wat het einde van de lengtegroei markeert.
er zijn 5 soorten botten...
  • korte beenderen zijn botten met een kubusvorm
  • Voorbeelden: hand/voetwortelbeentjes
  • sterk, omdat ze tegen veel druk moeten kunnen
  • vierkante vorm zorgt ervoor dat ze in meerdere richtingen kunnen bewegen
1.2.3
soorten botten

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

er zijn 5 soorten botten...
  • platte beenderen zijn botten met een platte vorm
  • bescherming aan het lichaam
  • bevatten rood beenmerg wat zorgt voor aanmaak van bloedcellen
1.2.3
soorten botten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (plat)
  • schedelbotten, 
  • schouderblad, 
  • ribben 
  • en het borstbeen
1.2.3
soorten botten

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

er zijn 5 soorten botten...
  • onregelmatige beenderen zijn botten zonder een duidelijke vorm
  • functie: bieden steun en het zijn aanhechtingspunten voor spieren 
1.2.3
soorten botten

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (onregelmatig)
  • wervels, 
  • het heiligbeen, 
  • het staartbeen, 
  • het slaapbeen, 
  • het wiggenbeen, 
  • het zeefbeen, 
  • het jukbeen, 
  • de bovenkaak, 
  • de onderkaak, 
  • het gehemelte, 
  • de onderste neusschelp 
  • en het tongbeen .
1.2.3
soorten botten

Slide 22 - Diapositive

  • Botten beschermen vitale organen zoals de hersenen, het hart en de longen.
  • Botten produceren bloedcellen in het beenmerg, een proces dat hematopoëse wordt genoemd.



er zijn 5 soorten botten...
  • sesambeenderen zijn ovale botten die in een pees zitten
  • ontstaan door druk of wrijving
1.2.3
soorten botten

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (kort, sesam)
  • het bekenste sesamenbeentje zit in de knieschijf 
1.2.3
soorten botten

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3
botverbindingen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een gewricht (articulatio) is een beweegbare verbinding tussen twee botten en bestaat uit...
  • een vlies, dat gewrichts-smeer (synovia) maakt
1.3.1
gewrichten
synoviaal membraan
synovia (gewrichtssmeer)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een gewricht (articulatio) is een beweegbare verbinding tussen twee botten en bestaat uit...
  • een kapsel en gewrichtsband voor de stevigheid
1.3.1
gewrichten
gewrichtskapsel
gewrichtsband

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

er zijn 5 soorten synoviale gewrichten...
  1. kogelgewricht;
  2. eigewricht;
  3. zadelgewricht;
  4. scharniergewricht;
  5. rolgewricht
1.3.1
gewrichten
K
E
Z
S
R

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (kogel)
1.3.1
gewrichten

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (ei)
1.3.1
gewrichten

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (zadel)
1.3.1
gewrichten

Slide 31 - Diapositive

Dit gewricht zit bijvoorbeeld tussen de duim en de handwortel
voorbeelden (scharnier)
1.3.1
gewrichten

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden (rol)
1.3.1
gewrichten

Slide 33 - Diapositive

spaakbeen en ellepijp
1.4
spieren

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 dwarsgestreepte spieren

  • zitten vast aan het skelet
  • bewust (willekeurig) in te spannen
  • trekken snel samen
  • raken snel vermoeid
1.4.1
soorten spierweefsel

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 gladde spieren

  • zitten in de wand van holle organen
  • niet bewust (onwillekeurig) in te spannen
  • trekken traag samen
  • raken niet vermoeid
1.4.1
soorten spierweefsel

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 hartspieren

  • zitten in het hart
  • niet bewust (onwillekeurig) in te spannen
  • trekken snel samen
  • raken niet vermoeid
1.4.1
soorten spierweefsel

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van spieren

  1. beweging mogelijk maken (spieren trekken aan het bot)
  2. positiebepaling (spieren laten het brein weten in welke houding je ligt, staat of  beweegt)

1.4.2
skeletspieren

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • om elk groepje kabels ligt een beschermend vliesje
  • om de hele spier ligt ook een beschermend vlies, de spierschede (fascie)
1.4.2
skeletspieren

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • aan de uiteinden zijn deze kabels van stevig bindweefsel
  • dit deel trekt niet samen
  • dit deel is weinig doorbloed
  • dit wordt pees genoemd
1.4.2
skeletspieren

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • elke spier bestaat uit een aantal spierbundels
  • elke bundel bestaat uit veel spiervezels
  • elke vezel bestaat uit veel spiercellen (fibrillen)
1.4.2
skeletspieren

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • spierfibrillen bestaan uit lange rijen eiwitten
  • deze kunnen over elkaar heen schuiven
  • zo trekt een spier samen
1.4.2
skeletspieren

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werking van de spier...
  • een zenuw geeft het signaal
  • samentrekken kost veel energie (glucose nodig)
1.4.2
skeletspieren

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antagonisten...
  • een spier kan alleen korter worden (inspanning)
  • een andere spier moet zich inspannen om deze eerste spier te doen ontspannen
  • er zijn altijd twee spieren nodig voor een hele beweging...
1.4.2
skeletspieren

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antagonisten...
  • de ene spier buigt
  • de andere spier strekt, deze noem je de antagonist
laten buigen
1
laten strekken
2
1.4.2
skeletspieren

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

synergisten...
  • spieren die gezamenlijk werken om een beweging mogelijk te maken
1.4.2
skeletspieren

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

synergisten...
  • spieren die gezamenlijk werken om een beweging mogelijk te maken
1.4.2
skeletspieren

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

spiertonus...
  • om spieren niet af te breken als ze niet daadwerkelijk gebruikt worden, blijft het brein de spier prikkelen
  • dit heet spierspanning of spiertonus
1.4.2
skeletspieren

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions