RBEM formatieve toets - §3.3 + §3.4 + §3.5

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Startopdracht

Open je boek

Maak de volgende opdrachten -->

Klaar? Nakijken/samenvatten.

Tijdens deze opdrachten

huiswerkcontrole ---------->

Les 1: voor de pauze

- Formatieve toets §3.3

- Zelfstandig werken aan de weektaak

Les 2: na de pauze

- Formatieve toets §3.4

- Zelfstandig werken aan de weektaak

§3.3 Formatieve toets: waar sta je?

1. Pak je boek erbij. 

2. We doen 1 of 2 vragen per leerdoel.

3. Heb je een vraag fout? Omcirkel dan het juiste leerdoel in de paragraaf in je boek > zo weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken.

Doel: inzicht in welke leerdoelen je beheerst, klein beetje uitleg & snel maar effectief door de stof heen.

Een plant kan reservevoedsel opslaan in de vorm van een verdikte wortel of een verdikte stengel. 

1. Noteer op je bordje verdikte wortel en verdikte stengel. 

2. Welke noemen we een knol en welke noemen we een bol?

§3.3 Leerdoel

Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose gebruiken.

Bol: verdikte stengel.

Knol: verdikte wortel.

Welk onderdeel van de plant eet je hier?

Kies uit:

Blad, stengel, wortel, bloem, vrucht, zaad.

§3.3 Leerdoel

Je kunt de delen van een plant noemen die mensen als voedsel gebruiken.

1. Noteer op je bordje: broccoli, tomaat en aardappel.

2. Noteer welke soort korrel er in de groente zit. Kies uit: bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels.

§3.3 Leerdoel

Je kunt 3 soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen.

§3.4 Formatieve toets: waar sta je?

1. Pak je boek erbij. 

2. We doen 1 of 2 vragen per leerdoel.

3. Heb je een vraag fout? Omcirkel dan het juiste leerdoel in de paragraaf in je boek > zo weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken.

Doel: inzicht in welke leerdoelen je beheerst, klein beetje uitleg & snel maar effectief door de stof heen.

1. Noteer nummer 1t/m 4 op je bordje.

2. Schrijf de begrippen bij het juiste nummer: levensgemeenschap, ecosysteem, individu en populatie.

1

2

3

4

§3.4 Leerdoel

Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat.

Uit hoeveel schakels bestaat deze voedselketen?

Hoe noem je een aantal voedselketens die aan elkaar verbonden zijn?

Zie voorbeeld --->

Bekijk het voedselweb. 

Noteer een voedselketen met 4 schakels.

§3.4 Leerdoel

Je kun voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb.

Op de bladeren van 1 roos leven honderd bladluizen. Van deze bladluizen leven tien lieveheersbeestjes. 

1. Noteer de voedselketen.

2. Teken de voedselpiramide van aantallen (globaal).

§3.4 Leerdoel

Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm verklaren.

§3.4 Leerdoel

Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een voedselketen verdwijnt.

§3.5 Formatieve toets: waar sta je?

1. Pak je boek erbij. 

2. We doen 1 of 2 vragen per leerdoel.

3. Heb je een vraag fout? Omcirkel dan het juiste leerdoel in de paragraaf in je boek > zo weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken.

Doel: inzicht in welke leerdoelen je beheerst, klein beetje uitleg & snel maar effectief door de stof heen.

Is gras een producent, consument of reduceert?

1. Leg uit wat afvallers zijn.

2. Leg uit wat reducenten doen.

§3.5 Leerdoel

Je kunt uitleggen wat de functies van organismen in een voedselkringloop zijn. 

Hoe noem je de twee processen die je hier ziet?

De kringloop van .................... en

...........................

Waar vindt fotosynthese plaats?

§3.5 Leerdoel

Je kunt de kringloop van fotosynthese en verbranding uitleggen. 

§3.5 Leerdoel

Je kunt beschrijven hoe stoffen doorgegeven worden in de koolstofkringloop.

Stikstofkringloop

1. Planten nemen nitraat op uit de bodem --> bouwen stikstof uit het nitraat in eiwitten in. 

2. Mensen en dieren eten planten of dieren en krijgen zo eiwitten binnen. 

3. Produceren van natuurlijk afval, daar zitten ook eiwitten in. 

4. Bacteriën zetten natuurlijk afval met stikstof om in nitraat.

§3.5 Leerdoel

Je kunt beschrijven hoe stoffen doorgegeven worden in de stikstofkringloop.