Examentraining HAVO

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Laatste tips examen

Slide 2 - Diapositive

Programm 
  • Tips en tricks voor examen
  • Hoe pak je het examen Duits aan?
  • Waar staan de antwoorden --> Video Mevrouw Duits
  • Valkuilen in antwoorden
  • Oefenen

  • Veel voorkomende woorden
  • Oefenen
  • Tips

Slide 3 - Diapositive

Tips voor tijdens het examen

Slide 4 - Diapositive

Tip voor tijdens het examen
Examen Duits havo 2025: maandag 12 mei 09:00-11:30

Zorg dat je alles bij je hebt:
woordenboek
pennen
markeerstiften
water

Slide 5 - Diapositive

Tip voor tijdens het examen

Blader het examen altijd eerst even door!
plm. 43 vragen - plm. 50 punten:
1/3 open en 2/3 gesloten


Slide 6 - Diapositive

Tip voor tijdens het examen
Neem (na een lange tekst) op tijd even pauze.

Het examen duurt 2,5 uur. Een korte pauze zorgt dat je daarna frisser kunt doorgaan.

Slide 7 - Diapositive

Tip voor tijdens het examen
Zorg voor time-management!

Bereken hoeveel tijd je per vraag hebt en houd de tijd in de gaten.

bij 45 vragen, dus ong. 3 minuten per vraag

Slide 8 - Diapositive

Tip voor tijdens het examen
Vul bij meerkeuzevragen ALTIJD wat in.

Weet je het antwoord niet en kom je in tijdnood:
gokken dan maar!

Slide 9 - Diapositive

Let op! 1-2-3-4 ... / a-b-c-d ...


Pas op bij vragen met 1, 2, 3, 4 enz. en a, b, c, d enz.
 
Deze vragen zijn tijdvreters, en leveren naar verhouding weinig punten op (7 dingen invullen en bij meer dan 3 ft al geen punten meer). 

Een vraag om tot het laatst te bewaren i.v.m. time-management. 

Slide 10 - Diapositive

Sites om mee te oefenen:
- lerenvoorhetexamen.nl
- digistudies.nl
- Mevrouw Duits (tiktok) 
- StudyGo (examenidioom)
- duits.de/vaklokaal
- examenblad.nl 
- alleexamens.nl


Slide 11 - Diapositive

Hoe pak je het examen Duits aan?

Slide 12 - Diapositive

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet alleen om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je cijfers.

Slide 13 - Diapositive

Het recept
-Ken de signaalwoorden
-Ken je woordjes
-Ken de vraagsoorten
-Gebruik de trucjes
-Oefenen, oefenen, oefenen

Slide 14 - Diapositive

Waar staan de antwoorden?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Lees de antwoordopties niet!
Waarom jij de antwoordopties NIET leest ( uitz. gatenvraag):

Cito bouwt het examen zo op, dat de antwoordopties verwarring zaaien.

Hoe?


Slide 17 - Diapositive

Hoe verwarring zaaien?
1.  Door woorden uit de tekst in meerdere antwoordopties te verwerken
2. Door een antwoordoptie aan te bieden die heel logisch lijkt, maar niet genoemd wordt in de tekst.


Slide 18 - Diapositive

valkuilen

  1. bijzaak
  2. past niet bij de vraag
  3. tegenovergestelde
  4. open deur

Slide 19 - Diapositive

Tips
1. Lees tekstdeel + markeren : signaalwoorden, dubbele punt, aanhalingstekens én zelfst. naamwoorden + werkwoorden.

2. Bewijs aanstrepen in tekst + nummer vraag in kantlijn noteren.

3. Reken op 3 minuten per vraag om deze te beantwoorden. Als je dit niet haalt, dan weet je dat je moet oefenen op tempo.

Slide 20 - Diapositive

Gouden tip
Oefenen, oefenen, oefenen...

Slide 21 - Diapositive


Wichtiges Idiom - zie papier in je mapje!


Zusammenfassung - samenvatting
Erläuterung - toelichting
Erweiterung - uitbreiding
Schlussfolgerung - conclusie
Relativierung – iets minder erg maken, scherpe kant(en) eraf halen
Konkretisierung – iets concreet maken, man en paard noemen, benoemen
Steigerung - versterking
Einschränkung - beperking

Slide 22 - Diapositive

Und auch wichtig ....

Der Absatz – de alinea
Die Zeile – de regel
Der Satz – de zin
Der Grund – de reden
Der Autor, der Verfasser – de schrijver
Die Behauptung -de bewering
Das Thema – het thema
Die Übersetzung – de vertaling
Die Zeitung – de krant
Die Auffassung, die Meinung – de opvatting, de mening

Slide 23 - Diapositive

Veel voorkomende woorden
Üben!

Slide 24 - Diapositive


Wat betekent: Schlussfolgerung?
A
conclusie
B
vervolg
C
slot
D
besluit

Slide 25 - Quiz


Ziel?
A
slot
B
doel
C
schrijver
D
besluit

Slide 26 - Quiz

Tonart?
A
verf
B
klei
C
toon
D
soort

Slide 27 - Quiz

Zeile?
A
regel
B
doel
C
alinea
D
bedoeling

Slide 28 - Quiz

behaupten?
A
vragen
B
schatten
C
antwoorden
D
beweren

Slide 29 - Quiz

Verfasser
A
vatenmaker
B
vatten
C
schrijver
D
verteller

Slide 30 - Quiz

in Bezug auf...?
A
betrekkelijk
B
nodig vinden
C
met betrekking tot

Slide 31 - Quiz

äußern?
A
afleiden
B
zoeken
C
beweren
D
uiten

Slide 32 - Quiz

Aussage
A
bewering
B
uitspraak
C
mening
D
feit

Slide 33 - Quiz

der Mangel
A
de mensen
B
het gebrek
C
de massa
D
het tekort

Slide 34 - Quiz

schließen aus
A
uitsluiten
B
afsluiten
C
concluderen uit
D
geconcludeerd

Slide 35 - Quiz

erwähnen
A
huilen
B
noemen
C
bewenen
D
onnoemelijk

Slide 36 - Quiz

bisher (en ook bislang)
A
tot
B
toe
C
tot en/of toe
D
tot nu toe

Slide 37 - Quiz

manchmal
A
soms
B
af en toe
C
vaak
D
te veel

Slide 38 - Quiz

schon
A
al
B
mooi
C
steeds
D
reeds

Slide 39 - Quiz

rasch
A
razend
B
razendsnel
C
snel
D
sneller

Slide 40 - Quiz