cursus 1.1: Wat maken we?

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Cursus 1.1: Wat maken we?

Stap voor stap

Agrarische bedrijven:

• Bedrijven die producten maken met behulp van planten en dieren
  

Productieweg van kaas

• Boer melkt koe ==> melk = grondstof
  
• Melk wordt vervoerd naar kaasfabriek ==> kaas = eindproduct
  
• Kaas gaat naar supermarkt of kaaswinkel
  

Producten maken

Producent: iemand die goederen maakt of diensten levert

• Alle bedrijven die samenwerken aan een product vormen samen een bedrijfskolom
  

(hiernaast voorbeeld van boekwinkel)

Steeds meer waard

Toegevoegde waarde:

• Bij iedere bewerking krijgt een product meer waarde ==> hierdoor wordt de prijs steeds hoger.
  
• Bv. De groothandel voegt de dienst “makkelijk inkopen” toe. ==> de toegevoegde waarde is dan makkelijk inkopen.
  

bedrijfskolom met toegevoegde waarde

Wat heb je nodig voor productie?

Hulpmiddelen om te produceren noemen we kapitaalgoederen.

Productiefactoren: de (productie)middelen die je nodig hebt om te produceren

arbeid en loon

Arbeid is een productiefactor en wordt beloont in salaris.

• Brutoloon: Het loon dat de werkgever betaald aan werknemers zonder inhouding van belasting en sociale premies (inhoudingen).
  
• Nettoloon: Het loon dat de werknemer daadwerkelijk op zijn bankrekening ontvangt.
  

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.