Spelling g of ch

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

spelling 

woorden met g en ch

Woorden met g

woorden met ch

Miss.... ien wil je vriendin wel mee op vakantie.

1. g
2. gg
3. ch

We rijden dan wel over heel veel bru....en.

1. g
2. gg
3. ch

G, gg of ch?
Ik heb een nieuws ierige moeder.

1. gg
2. g
3. ch

Als ze dat eng vindt moet ze het wel ze...en.

1. g
2. gg
3. ch

G, gg of ch?
Wij willen vandaag vle ten in ons haar.

1. gg
2. g
3. ch

Ik ...eloof dat ze dan beter niet mee kan gaan.

1. g
2. gg
3. ch

cht

g

Vandaag is iedereen (aanwezi...) ______ in de klas.

Het (to...t) ______ gelukkig niet in de gang.

Anne doet het (li...t) ________ aan.

Het boek van Kevin (li...t) ___________ op de tafel.