Négation klas 1

  • Voca
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Voca

Slide 1 - Diapositive

Dans ce cours...
  • Négation
  • Zinnen

Slide 2 - Diapositive

Noteer:

60 = soixante
61 = soixante-et-un
62 = soixante-deux
63 = soixante-trois
etc.

!!! 70 = soixante-dix

Klaar?
Voor iedereen:

Bekijk & probeer alvast opdr 4.5A online

Slide 3 - Diapositive

Négation (ontkenning)
  • In het Frans bestaat een ontkenning uit meerdere woorden:
  • ne ... pas = niet / geen

  • Elle ne regarde pas la télé = Zij kijkt geen tv.

  • De ontkenning staat om de persoonsvorm. Dit is het eerste werkwoord in de zin. Ne staat ervoor en pas komt erachter.


Slide 4 - Diapositive

Négation (ontkenning)
Als de persoonsvorm begint met een klinker (a, o, e, u, i, y) of een stomme h, verandert ne in n'.

Il n'est pas sympa = Hij is niet aardig.

Slide 5 - Diapositive

Négation (ontkenning)
Let op bij deze ontkenningen!
Leer ze uit je hoofd.
  • J'ai > je n'ai pas
  • J'habite > je n'habite pas
  • C'est > ce n'est pas
  • Il y a > Il n'y a pas

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je nog over de ontkenning in het Frans?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is de juiste ontkenning van:
C'est
A
Ce n'est pas
B
C'n'est pas
C
C' ne est pas
D
Ce pas ne

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste ontkenning van:
Il y a
A
Il n'y a pas
B
Il'n'y'a pas
C
Il ne y a pas
D
Il ne y'a pas

Slide 9 - Quiz

5

Slide 10 - Vidéo

00:11
Uit welke 3 delen bestaat de ontkenning?

Slide 11 - Question ouverte

00:32
Maak de zin ontkennend:
Je parle beaucoup

Slide 12 - Question ouverte

00:48
Maak de zin ontkennend:
C'est difficile

Slide 13 - Question ouverte

01:04
Waar kan je de ontkenning in het Frans mee vergelijken?

Slide 14 - Question ouverte

01:28
Maak de zin ontkennend:
Il joue dans le jardin

Slide 15 - Question ouverte

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 16 - Quiz

Je ne pas suis français
de persoonsvorm = suis

Goed: Je ne suis pas français.

Slide 17 - Diapositive

Staat de ontkenning goed in de zin?
Samuel ne regarde pas la télé.
A
B

Slide 18 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
Nous ne avons pas un grand jardin.
A
B

Slide 19 - Quiz

Nous ne avons pas un grand jardin.

de persoonsvorm begint met een klinker (avons)

Goed: Nous n'avons pas un grand jardin.

Slide 20 - Diapositive

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne parle pas français.
A
B

Slide 21 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Je fais mes devoirs.

Slide 22 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Ma chambre est au grenier.

Slide 23 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Nous sommes dans la cuisine.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
J'ai un vélo rouge.

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal:
Ma couleur préférée n'est pas jaune.

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal:
Tu habites dans une petite maison?

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal:
Heb jij een tv in je slaapkamer?

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal:
Hij heeft geen tuin met een zwembad.

Slide 29 - Question ouverte

Maak online 4.5A (1 t/m5)
Klaar? continue avec lire extra Unité 3

Boekwerkers: onderstreep de antwoorden op blz 105
Iedereen: Geef antwoord online bij 3.2EF

Slide 30 - Diapositive