5.3 Organismen en hun leefomgeving

Consument
Producent
Reducent
1 / 21
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Consument
Producent
Reducent

Slide 1 - Question de remorquage

Maak de voedselketen!

Slide 2 - Question de remorquage

Alleseters van vorige les

Slide 3 - Diapositive

5.3 Organismen en hun leefomgeving


3 basis

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Programma
Leerdoelen
Uitleg over basisstof 5.3
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat biotische- en abiotische factoren zijn.

Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is.

Slide 7 - Diapositive

Relatie met de omgeving
De omgeving beïnvloedt een een organisme.

Een organisme beïnvloedt tegelijkertijd ook de omgeving.

Ze hebben een relatie

Slide 8 - Diapositive

Noem een voorbeeld waarbij er een relatie is tussen de omgeving en een organisme.

Slide 9 - Question ouverte

Verschillende invloeden / factoren
Biotische factoren:
Alles wat leeft en invloed heeft op een organisme.

A-biotische factoren:
Alles wat niet leeft en invloed heeft op een organisme.

Slide 10 - Diapositive

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 11 - Question de remorquage

Individu/populatie/ecosysteem

Slide 12 - Diapositive

Individu
Eén organisme noem je een individu

Bijv. één kikker of één mens

Slide 13 - Diapositive

Populatie
Meerde organismen van dezelfde soort bij elkaar noem je een populatie.

De groep organismen moet onderling kunnen voortplanten.

Slide 14 - Diapositive

Ecosysteem
Alle abiotische factoren en populaties in een gebied heet een ecosysteem.

Zoals een bos, sloot en strand.

Slide 15 - Diapositive

individu
populatie
ecosysteem

Slide 16 - Question de remorquage

Individu
Populatie
Ecosysteem

Slide 17 - Question de remorquage

Zelfstandig werken

Slide 18 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een ecosysteem en een populatie?

Slide 19 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk abiotische factoren.

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent het als de omgeving en een organisme een relatie hebben?

Slide 21 - Question ouverte