De hoofdletters 1A
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
‘s avonds is het al donker in de wintermaanden.
‘s avonds is het al donker in de wintermaanden.
Slide 2 - Question ouverte
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
ik reis volgend jaar naar het zuiden van Italië.
ik reis volgend jaar naar het zuiden van Italië.
Slide 3 - Question ouverte
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
maandag is de minst leuke schooldag, maar op vrijdag ben ik altijd blij.
maandag is de minst leuke schooldag, maar op vrijdag ben ik altijd blij.
Slide 4 - Question ouverte
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
in vlaanderen spreken ze nederlands.
in vlaanderen spreken ze nederlands.
Slide 5 - Question ouverte
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
De kleine beer is een sterrenbeeld aan de hemel.
De kleine beer is een sterrenbeeld aan de hemel.
Slide 6 - Question ouverte
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
zijn er nog vragen?
zijn er nog vragen?
Slide 7 - Question ouverte
Voorbeeld
Regel
Een hoofdletter bij historische gebeurtenissen.
Een hoofdletter bij feestdagen
Geen hoofdletter bij samenstellingen met feestdagen
De Guldensporenslag
Kerstmis, Nieuwjaar, Pasen, Suikerfeest
kerstkaart, nieuwjaarsspeech
Slide 8 - Question de remorquage
Mét hoofdletter
Kleine letter
frankrijk
god
paasvakantie
westen
claudia
europese
november
Slide 9 - Question de remorquage
HOOFDLETTER
kleine letter
kroatië
de middeleeuwen
het antwerps
het laatste nieuws
paasvakantie
@ noem je een apenstaartje.
het christendom
