2025/2026 3ZW1 Kritisch denken

Welkom bij Maatschappijleer
1.4 Kritisch denken
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Maatschappijleer
1.4 Kritisch denken

Slide 1 - Diapositive

      Aanpassing: afspraken
  • Juiste spullen mee en voor je (gelijk). Halen na bel
      = te laat briefje

  • Let op tijdens uitleg.  Vraag? Steek je vinger op.
    Geen vinger opsteken, les verstoren of vragen stellen
    over andere onderwerpen =  einde dag uitleg 1 op 1




Slide 2 - Diapositive

      Planning
0- 5      Herhaling
5-20    Journaal + opdrachtje/bespreken    
20-30  Uitleg 1.4 
30-50  Zelfstandig werken
50-60  Afsluiten Blooket


Slide 3 - Diapositive

      Weet je nog? 
Maatschappelijk probleem 

1.  veel mensen hebben er last van
2. Veel media aandacht
3. Veel verschillende meningen
4. Politici/de overheid moet ingrijpen
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

      Weet je nog?

1. Scholieren hebben belang bij goed onderwijs

2. Autobezitters hebben belang bij goede wegen

3. Horeca-eigenaren hebben belang bij veel klanten

Slide 5 - Diapositive

       journaal opdracht
Schrijft op tijdens het journaal:

1. Welke maatschappelijke problemen hebben jullie gezien?


2. Wie hebben ermee te maken en welke belangen hebben
deze groepen?

Slide 6 - Diapositive

        Lesdoelen


Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.


Je kunt goede argumenten herkennen. 

Slide 7 - Diapositive

        Informatie


Alles wat je kennis geeft over iets of iemand

Bestaat uit feiten, meningen
of is soms helemaal verzonnen...

Slide 8 - Diapositive

         Kritisch denken

1. Op waarde schatten
Is informatie het betrouwbaar? 
Is er meer informatie beschikbaar?
2. Het van een andere kant bekijken.

Waarom vind? iemand dit? 
3. Nadenken over je eigen mening.
Klopt mijn idee nog wel wel? Moet ik mijn mening aanpassen?


Slide 9 - Diapositive

         Mening of een feit?

Mening: wat je van iets vindt (bijvoorbeeld....?

Feit: iets wat echt gebeurd is en wat je kunt bewijzen

Om je mening goed uit te leggen
moet je de feiten kennen...




Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

        Zelfstandig werken
Werkzelfstandig en in rust werken aan je werkboek

Basis: pagina 25 t/m 27
Kader pagina 16t/m 19

 






Slide 13 - Diapositive

       Afsluiter: Blooket 


https://dashboard.blooket.com/set/631c72b181611cac378f57bd
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Standpunt en argument?
Als iemand zijn mening wil                                                                                    verdedigen, legt hij uit waarom hij                                                                                        iets vindt Dit noem je een argument.


Veel gebruikte signaalwoorden bij                                                                      argumenten zijn: 
want, omdat, daarom, namelijk

Slide 15 - Diapositive

Informatie
Alles wat je kennis geeft over iets of iemand 

Bestaat uit feiten, meningen of is soms helemaal verzonnen...

Slide 16 - Diapositive

Standpunt en argument?
Als iemand zijn mening wil                                                                                    verdedigen, legt hij uit waarom hij                                                                                        iets vindt Dit noem je een argument.


Veel gebruikte signaalwoorden bij                                                                      argumenten zijn: 
want, omdat, daarom, namelijk

Slide 17 - Diapositive

1.4 Kritisch denken
Kritisch denken bestaat uit drie delen:

  • Welke informatie is betrouwbaar/op waarde schatten.
  • Het van een andere kant bekijken.
  • Nadenken over je eigen mening.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Feiten en meningen

Slide 21 - Diapositive

Hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?
1.4 Kritisch denken
Leerdoelen:• Je kunt uitleggen;
  • Je kunt beschrijven wat kritisch denken is.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een feit en een mening.
  • Je kunt goede argumenten herkennen.

Slide 22 - Diapositive

Informatie
Informatie is alles wat je kennis geeft over iets of iemand.

Voorbeelden:
  • Deze lessonup
  • Een appje
  • Handleiding
  • Als ik jullie iets uitleg..
Informatie is belangrijk:
  •  Je gebruikt het bij het
nemen van beslissingen.
  • Informatie moet dus betrouwbaar zijn.

Slide 23 - Diapositive

Kritisch denken

Om te bepalen of informatie betrouwbaar is, moet je er vragen over stellen. Heb je genoeg informatie? Wat is de kwaliteit van de informatie?






Centraal bij kritisch denken staat het stellen van vragen, en doorvragen.

 Je gaat zorgvuldig om met
informatie om je mening te bepalen.

Kritisch denken

Slide 24 - Diapositive

Je mening uitleggen (3)

Om je mening uit te kunnen leggen moet je goed voorbereid zijn.


1. Je moet de feiten kennen.
Een feit is iets wat echt gebeurd is en wat je dus kunt bewijzen.

Mening: “Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland.”
Feit: “Een kerncentrale stoot geen broeikasgassen uit. Dat is dus
goed voor het klimaat!”


Slide 25 - Diapositive

Je mening uitleggen

2. Je moet het van verschillende kanten bekijken.

“Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland.”


Vragen:
  • Zijn er ook andere mogelijkheden?
  • Wat zijn de nadelen van een kerncentrale?
  • Hoeveel kost het om een kerncentrale te bouwen?

Slide 26 - Diapositive

Je mening uitleggen

3. Je moet argumenten hebben bij je mening.





 

Argumenten
Argumenten zijn redenen waarmee je kunt onderbouwen waarom je iets vindt.
“Er moeten meer kerncentrales komen in Nederland. Dan kunnen we als het niet waait of als de zon niet genoeg schijnt toch genoeg elektriciteit produceren.”

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Een ander woord voor de maatschappij is:
A
Samenleving
B
sociale omgeving
C
belangengroep
D
Overheid

Slide 30 - Quiz

Waarden zijn?
A
Principes die je belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepalen
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 31 - Quiz

Normen zijn?
A
Gezondheid
B
Waarden
C
Alles in de maatschappij
D
Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen

Slide 32 - Quiz

Leg aan de hand van de 4 kenmerken uit dat zwerfaval een maatschappelijk probleem is:

Slide 33 - Question ouverte

Wie hebben allemaal te maken met feestende jongeren?!

Slide 34 - Carte mentale

Leg aan de hand van de 4 kenmerken uit dat de Racisme een maatschappelijk probleem is:

Slide 35 - Question ouverte

Wat is GEEN maatschappelijk probleem?
A
Discriminatie
B
Lekke fietsband
C
Werkeloosheid
D
Vandalisme

Slide 36 - Quiz

Wat is GEEN maatschappelijk probleem?
A
klimaatverandering
B
werkeloosheid
C
liefdesverdriet
D
files

Slide 37 - Quiz

Een maatschappelijk probleem 
geen maatschappelijk probleem
Er is maar één oplossing
Het probleem krijgt veel aandacht in de media
De politiek bemoeit zich met het probleem
Veel mensen hebben ermee te maken
Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
weinig mensen hebben ermee te maken
Het probleem krijgt  weinig aandacht in de media

Slide 38 - Question de remorquage

      Opdracht
1.  Maak groepjes van 3 of 4

2. bedenk een maatschappelijk probleem

3. beantwoord de vragen op het formulier

4. lever het in bij mij als je klaar bent. Gezamenlijk nakijken


timer
10:00

Slide 39 - Diapositive