BK 1.4 Tabellen en grafieken

1.4 Tabellen en grafieken
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1.4 Tabellen en grafieken

Slide 1 - Diapositive

Vorige les 

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen groei en ontwikkeling?
A
Groei is verandering van vorm, ontwikkeling is toename van grootte
B
Groei is toename in lengte en gewicht, ontwikkeling is het krijgen van nieuwe functies
C
Groei is alleen bij planten, ontwikkeling alleen bij mensen
D
Groei en ontwikkeling betekenen hetzelfde

Slide 3 - Quiz

Welke onderdelen zitten in een bruine boon (zaad) met hun functie?
A
Zaadhuid – bescherming, Kiem – voedsel, Zaadlobben – groei
B
Zaadhuid – ademhaling, Kiem – bescherming, Zaadlobben – licht
C
Zaadhuid – bescherming, Kiem – groeit uit tot plant, Zaadlobben – reservevoedsel
D
Zaadhuid – kleur geven, Kiem – water opnemen, Zaadlobben – zuurstof

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens het ontkiemen van een zaad?
A
De plant maakt bloemen
B
De plant verliest bladeren
C
De kiem komt uit het zaad en begint te groeien
D
De plant maakt nieuwe zaden

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt een tabel maken van de groei van een organisme.
Je kunt een grafiek maken van de groei van een organisme.

Slide 6 - Diapositive

Tabel
Gegevens in kolommen en rijen.

Slide 7 - Diapositive

Stappenplan tabel
Een tabel bestaat uit kolommen en rijen.
In de afbeelding zie je een tabel met twee kolommen en vier rijen.
Stap 1 Schrijf boven de eerste kolom de tijd, bijvoorbeeld dagen.
Stap 2 Schrijf boven de tweede kolom de lengte, bijvoorbeeld de lengte in millimeters.
Stap 3 Schrijf in de eerste kolom onder elkaar de dagen.
Stap 4 Schrijf naast elke dag de lengte.

Slide 8 - Diapositive

Grafiek
Weergave met twee assen waarin gegevens staan.

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan grafiek
Om een grafiek te maken, heb je een tabel met gegevens nodig. Bijvoorbeeld de tabel van opdracht 1 met de groei van het worteltje.
Stap 1 Schrijf bij de horizontale as de tijd, bijvoorbeeld de dagen.
Stap 2 Schrijf bij de verticale as de lengte, bijvoorbeeld het aantal millimeters.
Stap 3 Kijk in de tabel. Op de 1e dag is de lengte van het worteltje 0 mm.
Stap 4 Zoek op de horizontale as de 1e dag. Zoek op de verticale as de lengte van het worteltje op de 1e dag. Dat is 0 mm.
Stap 5 Zet een stip bij dag 1 en bij 0 mm (zie afbeelding 3).
Stap 6 Herhaal dit voor alle dagen in de tabel.
Stap 7 Trek een lijn die door alle stippen gaat.

Slide 10 - Diapositive