Stijlfiguren (1)

Woordenschat 
Stijlfiguren
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat 
Stijlfiguren

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan de volgende stijlfiguren herkennen en begrijpen:

repetitio/herhaling - tegenstelling - opsomming - drieslag - climax - omgekeerde drieslag.

Slide 2 - Diapositive

Retorische middelen

Retorische middelen gebruik je om een tekst aantrekkelijker en afwisselender te maken.


Slide 3 - Diapositive

Repetitio/herhaling
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een herhaling van woorden om datgene wat je zegt te onderstrepen.

Voorbeelden:
  • Uur na uur bleef het stil
  • Tijdens het kamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we kregen
  •  Plus geeft meer, veel meer

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Tegenstelling
Vierkant in de fles, rond op de tong
(reclame jenever)

Slide 6 - Diapositive

Opsomming
– Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder (uit een liedtekst van Ramses Shaffy)

Slide 7 - Diapositive

Enumeratio

Een enumeratio is een lange opsomming.

Voorbeeld:

  •  In de verte zag ik heuvels, bomen, bloemen, geiten en koeien.
  • Merel houdt van aardbeien, kersen, frambozen en bessen.

Slide 8 - Diapositive

Opsomming in drieën
De naam zegt het al: er worden drie dingen opgesomd.

Een opsomming van drie woorden, zinsdelen of zinnen; vaak staat tussen het tweede en derde onderdeel het voegwoord en:

Ze verlangden naar vrede, vrijheid en geluk.

Slide 9 - Diapositive

Drieslag
Een vaste combinatie van een opsomming in drieën.

Voorbeeld
Veni, vidi, vici = ik kwam, ik zag, ik overwon.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Climax
Dit is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.

Voorbeeld:
Het team ging voor brons, hoopte toen op zilver, maar heeft goud gewonnen.- 
Jij bent de liefste van het land, van Europa, van de wereld.

Slide 13 - Diapositive

Anticlimax/ omgekeerde climax

Bij een anticlimax neemt de kracht of de spanning juist af.


Het is schitterend, prachtig, mooi, eigenlijk best aardig.


Het begrip 'anticlimax' wordt ook wel gebruikt als het einde van een verhaal, roman of film nogal teleurstellend is.





Slide 14 - Diapositive

Climax
Anticlimax

Slide 15 - Diapositive

Zij begon op het vmbo, ging naar havo, toen naar het hbo en zit nu op de universiteit.
A
Repetitio
B
Opsomming
C
drieslag
D
Climax

Slide 16 - Quiz

'Vanavond nog lichte, vanaf morgen matige en na het weekend strenge vorst.'
A
Repetitio
B
Anti-climax
C
Climax
D
Drieslag

Slide 17 - Quiz

Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
opsomming
B
drieslag
C
repetitio
D
climax

Slide 18 - Quiz

Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.
A
anticlimax
B
drieslag
C
opsomming
D
climax

Slide 19 - Quiz

'Vanavond nog lichte, vanaf morgen matige en na het weekend strenge vorst.'
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag

Slide 20 - Quiz

Vroeger gold: verliefd, verloofd, getrouwd; maar hoe is dat tegenwoordig?
A
Repetitio
B
opsomming
C
Climax
D
Drieslag

Slide 21 - Quiz

Geen gezeur: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser zetten en dan snel aan je huiswerk voor morgen.
A
Repetitio
B
opsomming
C
Climax
D
Drieslag

Slide 22 - Quiz

Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van de koe wordt verwerkt tot producten.
A
Repetitio
B
Opsomming
C
Climax
D
Drieslag

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Maken opdr 14, 15 en 16

Slide 24 - Diapositive