Hfst 2 Wat een talent 2.7 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 

Log alvast in. 

	Mario
Djenna		Jaimy	Angelo	Luuk
docent	docent	docent	docent	docent

Lesopbouw:

Absentie

Hfst overzicht

Herhaling vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Voor elkaar!

Les 4: Schrijven en formuleren thema 1 en 2:  Daarna SO

Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 3: Lezen

Les 5: Woorden

Les 6: Spreken, kijken en luisteren

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling

Les 9 Media en onderzoek:  Daarna Toets Thema 2 (half nov)

Doel les 2.6 Spreken, kijken en luisteren

Doel:

Ik kan een zakelijk telefoongesprek voeren

Ik weet hoe ik vragen moet stellen?

Doel les 2.6 Zakelijk gesprek voeren

• Groet de ander en zeg je voor- en achternaam
• Zeg u tegen mensen die je niet kent
• Leg uit waar je voor belt
• Stel vragen en geef antwoord op de vragen van de ander
• Spreek duidelijk en rustig
• Klaar? Bedank de ander voor het gesprek en/of de info. 
• Maak eventueel een spiekbriefje. 

Noem een regel die hoort bij het voeren van een zakelijk telefoongesprek.

Zeg je dit wel of niet in een zakelijk telefoongesprek:
Hoi, je spreekt met Alex de Ruiter.

1. WEL
2. NIET

Zeg je dit wel of niet in een zakelijk telefoongesprek:
Ik ben op zoek naar een baantje. Kan ik de bedrijfsleider spreken?

1. WEL
2. NIET

Herhaling persoonsvorm

Pak je laptop erbij: 

www.kahoot.it 

Grammatica

Eerst herhaling:

Vorige keer: persoonsvorm en hele werkwoord

Herhaling persoonsvorm

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4. 

Bespreken opdracht 1 - 4. 

Doel: les 2.7 Grammatica

Ik weet hoe ik het werkwoordelijke gezegde vind. 

Afkorting is: werkwoordelijk gezegde = wg

Doel: les 2.7 Grammatica

Ik weet hoe ik het werkwoordelijke gezegde vind. 

Afkorting is: werkwoordelijk gezegde = wg

Het werkwoordelijk gezegde is een zinsdeel. 

Alle werkwoorden in een zin vormen het WG. 

Dus ook de persoonsvorm. 

Volgende week gaan Yasmin en Elif shoppen. 

Doel: les 2.7 Grammatica

Ik weet hoe ik het werkwoordelijke gezegde vind. 

Afkorting is: werkwoordelijk gezegde = wg

Stappenplan: 

1. Onderstreep de persoonvorm

2. Zijn er nog andere werkwoorden? A

Alle werkwoorden zijn het werkwoordelijk gezegde. 

Wat is de persoonsvorm:

Lize heeft haar knuffel meegenomen.

Wat is het WG?

Lize heeft haar knuffel meegenomen.

Zelfstandig werken

Maken:  opdracht 5, 6 en 7

Rood = je werkt stil

oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen

groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken

Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 

Hoe vind je de persoonsvorm?

Welke woorden horen bij het werkwoordelijk gezegd?

Bedankt voor jullie aandacht!

Je weet nu hoe je het werkwoordelijke gezegde vind.