Paragraaf 3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom allemaal / Wat gaan we doen ?

Pak je aantekeningenschrift / WORD document erbij

Pak je aantekeningenschrift + pen + markeerstift.

Wacht rustig tot de les begint.

3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

§1 Arm en rijk binnen steden

Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland

§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

§3 Een onzeker bestaan

§4  Achterstandswijken verbeteren

Deelvraag: Waarom gaat het met sommige wijken beter dan met andere wijken?

§5 Rijke steden, arm platteland

Leerdoelen 3.2

Aan het einde van de les:

• Kun je uitleggen wat opleidingsniveau en structurele werkloosheid met elkaar te maken hebben.
  
• Kun je uitleggen waarom de integratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken moeizaam verliep.
  
• Kun je uitleggen waarom de integratie van kinderen van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken soms nog steeds lastig is.
  
• Kun je uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
  
• Kun je uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl hebben.

Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Veranderingen op de arbeidsmarkt

• In veel bedrijven ( bijv: Philips ) kwam er automatisering, hierdoor raakten laaggeschoolde mensen hun baan kwijt.
  
  
• Eenvoudig, ongeschoold werk verdwijnt steeds meer in Nederland:  structurele werkloosheid.

Maak aantekeningen!

Werklozen en structureel werklozen in Eindhoven, 2016.

Veranderingen op de arbeidsmarkt

•  Er waren ook mensen in de arbeiderswijken die wel een betere baan haddden + hoog inkomen.
• Zij hadden geld voor een auto + verhuisden naar de moderne buitenwijken.
  
  
• De buitenwijken waren vaak dorpen of buitenwijken aan de rand van de stad. 
• De mensen met de laagste inkomens bleven achter.

Maak aantekeningen!

Moeizame integratie

• Veel gastarbeiders kwamen naar NL  in de jaren 60 om eenvoudig fabriekswerk te doen.
• Ze spraken de taal niet + laag opgeleid en woonden bij elkaar in oude arbeiderswijken.
• Ze hebben de taal later niet goed geleerd en konden daarom ook geen andere baan vinden. 
• Er was weinig integratie: actief meedoen in de samenleving.

Maak aantekeningen!

Moeizame integratie

•  Nu veel jongeren met een Turkse en Marokkaanse achtergrond vaker werkloos dan jongeren met een Nederlandse achtergrond. 
• Oorzaak: Discriminatie bij  sollicitaties. 
• Gevolgen: Geen baan = geen contact met collega’s,  laag inkomen is geen lid kunnen zijn van een sportvereniging bijvoorbeeld.
  
  
• De integratie van deze mensen uit oude arbeiderswijken gaat daarom moeizaam. 

Maak aantekeningen!

Slechte leefbaarheid

• In wijken met veel goedkope huurwoningen is er meer werkloosheid, dus ook meer armoede.
• Hierdoor ontstonden problemen met de leefbaarheid.
  
  
• Achterstandswijken: Woonwijken met slechte leefbaarheid en sociale problemen.
  

Maak aantekeningen!

Slechte leefbaarheid

• Problemen in achterstandswijken:
  
  

• 1. Weinig sociale cohesie/samenhang: Hoe mensen met elkaar omgaan en hoe ze zich verbonden voelen met elkaar.
  
  
• 2. . Hoge sociale onveiligheid: De onveiligheid in een gebied veroorzaakt door criminaliteit. De bewoners van deze wijken onderhouden hun huizen niet meer, jongeren hangen op straat en vernielen spullen

Maak aantekeningen!

Ongezonde welvaart

• Armoede in Nederland + Nigeria, verschillen + overeenkomsten:
  
  
• 1. In Nigeria vaak geen kwalitatieve of kwantitatieve honger. In Nederland geen kwantitatieve honger. Arme mensen kunnen naar de voedselbank. Veel mensen schamen zich en gaat toch naar de winkel -> ze kopen goedkoop voedsel = ongezond. Gevolg: Geen geld voor sporten = overgewicht.
  
  
• 2. In welvarende landen meer tot hart- en vaatziekten en suikerziekte door overgewicht. Zulke ziekten heten welvaartsziekten. En door ziekte heb je weer minder kans op werk. Net als in Nigeria bestaat in Nederland dus ook een cirkel van armoede.

Maak aantekeningen!

Arme mensen in rijke landen hebben vaak een ongezonde leefstijl.

Vragen?

Aan de slag

Ga naar SOM Today

Leermiddelen

Aardrijkskunde

2 vmbo t/h

Ga naar paragraaf 3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

We gaan een aantal opdrachten samen maken:

    3   4   5  en   6 + samenvatting(8)

HERHALING

Paragraaf 3.2

Veranderingen in oude arbeiderswijken

Wat is structurele werkloosheid?

Wat is het verband tussen opleidingsniveau en structurele werkloosheid?

Wat betekent integratie?

Leefbaarheid is...

1. geschiktheid van je huis om er goed te leven
2. geschiktheid van een wijk om er goed te leven
3. geschiktheid van de stad om er goed te leven
4. geschiktheid van de regio om er goed te leven

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?

1. Spullen vernielen
2. Inbraken
3. Afval dumpen in de wijk
4. Hangjongeren

Waar is sociale cohesie het grootst?

1. In de stad
2. In grotere dorpen
3. Op het platteland
4. Overal in Nederland even hoog.

De verbondenheid die mensen met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en gesprekken noem je...

1. integratie
2. welzijn
3. sociaal-economische status
4. sociale cohesie

Wat zijn welvaartsziekten?

Het opleidingsniveau is een voorbeeld van ...

1. buurtkenmerken
2. bewonerskenmerken

Welke 2 problemen komen vooral voor in achterstandswijken?

Wat is het verband tussen gastarbeiders en arbeiderswijken?

Waarom zijn het vooral de jongeren met een migratieachtergrond die niet worden aangenomen bij een sollicitatie?

Waarom is het goed om te werken? Inkomen mag je niet noemen, bedenk twee dingen die goed zijn voor de integratie

Integratie of segregratie?

1. Integratie
2. Segregratie

Integratie of segregratie?

1. Integratie
2. Segregratie

Wat is het verband tussen sociale cohesie en achterstandswijken

Waarom hebben mensen in achterstandswijk vaak een slechte leefstijl?