Semana 20

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 20
  • Bienvenida - 10 min
  • Dicatdo - 10 min
  • Repaso - 20 min
  • Tema 3 - 40 min

Aan het eind van deze les:
  • kan je gesprekjes luisteren en over schrijven
  • ken je het ww '' gustar '' en hobby's
  • ken je woordenschat over het school

timer
5:00
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 20
  • Bienvenida - 10 min
  • Dicatdo - 10 min
  • Repaso - 20 min
  • Tema 3 - 40 min

Aan het eind van deze les:
  • kan je gesprekjes luisteren en over schrijven
  • ken je het ww '' gustar '' en hobby's
  • ken je woordenschat over het school

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

¿Cómo estás hoy?
Hoe gaat het vandaag?

Slide 2 - Sondage

Portátiles cerrados

Slide 3 - Diapositive

PW4 : verbos regulares/ woordenschat thema presentarse (escribir) /bijv.nw. (adjetivos) ( lezen/ luisteren en schrijven) Thema 2 + ww van thema 3 en vanaf “libros” tot “joven”

Slide 4 - Diapositive

Escucha
  • Luister nog een keer naar het alfabet. 
  • Probeer je naam te spellen in het Spaans




Slide 5 - Diapositive

Dictado
Schrijf de zinnen op die je hoort. 
Let op: je hoort 2 x dezelfde zin.

Slide 6 - Diapositive

A controlar
  1. La silla es de Sara.
  2. El coche tiene diez años.
  3. El queso es español.
  4. La pasta es italiana.
  5. Es un mapa de España.
  6. El chocolate es del niño.

Slide 7 - Diapositive

¡Los números hasta 100!


LEREN

Slide 8 - Diapositive

Los números
Noteer de getallen in cijfers die je zometeen gaat horen.


Slide 9 - Diapositive

Ejercicio 15 + explicación ESTAR
A controlar
  • 25
  • 14
  • 40
  • 12
  • 6
  • 11
  • 21
  • 35
  • 9
  • 29
  • 38
  • 17

Slide 10 - Diapositive

Repaso

Slide 11 - Diapositive

VERBO GUSTAR
---VERBO GUSTAR---

Slide 12 - Diapositive

Gustar = houden van/leuk vinden
letterlijk: bevallen
Me gusta el libro - het boek bevalt mij.
Ik vind het boek mooi. 
Me gustan las hamburguesas - hamburgers bevallen mij.
Ik hou van hamburgers.

Wanneer gebruik je gusta? En wanneer gustan        
Leerdoel: gustar
Módulo pág.46, 47, 48 

Slide 13 - Diapositive

GUSTA OF GUSTAN
  • gusta + een zelfstandig naamwoord enkelvoud
 Me gusta el fútbol.= Ik hou van voetbal.
  • gusta + een werkwoord
Me gusta bailar. = Ik hou van dansen.
  • gustan + een zelfstandig naamwoord meervoud
Me gustan los perros. = Ik hou van honden. 
                                        Denk aan het lidwoord
Módulo pág.46, 47, 48 

Slide 14 - Diapositive

Meewerkend voorwerp
Om aan te geven wie het leuk vindt (letterlijk, aan wie het bevalt) gebruik je het meewerkend voorwerp. 
me
te
le
nos
os
les
Módulo pág.46, 47, 48 

Slide 15 - Diapositive

Nadruk geven
(a mí)                           me gusta/gustan
(a tí)                             te  gusta/gustan
(a él/ella/usted)           le gusta/gustan
(a nosotros)                  nos gusta/gustan
(a vosotros)                  os gusta/gustan
(a ellos/ellas/ustedes)  les gusta/gustan
Módulo pág.46, 47, 48 

Slide 16 - Diapositive

Dus.....
(A mí) me gusta bailar.                      = Ik hou van dansen.
(A él) le gusta el fútbol.                     = Hij houdt van voetbal.
(A nosotros) nos gusta la música.    = Wij houden van muziek.
¿(A vosotros) os gustan los perros? = Houden jullie van                                                                          honden? 
(A ellos) les gusta bailar.                   = Zij houden van dansen. 

Slide 17 - Diapositive

OJO
De beklemtoonde vormen kan je weglaten (a mí, a tí, etc.)
Het meewerkend voorwerp MOET je gebruiken. (me, te, le...)
Wanneer je iets NIET leuk vind zet je gewoon NO voor het meewerkende voorwerp. 
No me gusta estudiar.
Andere werkwoorden die op dezelfde manier gaan zijn:
encantar= dol zijn op
doler (ue) = pijn doen

Slide 18 - Diapositive

Me gusta + pasatiempos
1. A mí me gusta escuchar música.
2. A mí me gusta jugar al fútbol y hacer deporte. 
3. A mí me gustan los juegos de estrategia. 
4. A mí me gusta dibujar. 
5. A mí me gusta tocar la guitarra. 
6. A mí me gusta chatear con mis amigos. 

pasatiempos quizlet: Link


timer
10:00

Slide 19 - Diapositive


Mis pasatiempos (gustar)

Slide 20 - Diapositive

¿Qué significa "me gusta"?
(wat betekent "me gusta"?)
A
ik ben altijd...
B
mijn hobby is..
C
ik geef geld uit aan...
D
ik hou van.../ik vindt ...leuk/lekker

Slide 21 - Quiz

¿Qué le gusta a Alejandra?
Ze noemt (in de audio) 4 dingen op die ze leuk vindt.
Schrijf in het Nederlands op wat ze leuk vindt (als je ze niet alle 4 begrijpt mag je er ook 2 of 3 schrijven)
Audio

Slide 22 - Question ouverte

¿Qué no le gusta a Alejandra?
Ze noemt (in de audio) 4 dingen op die ze niet leuk vindt.
Schrijf in het Nederlands op wat je begrijpt (wat vindt ze niet leuk?)
Audio

Slide 23 - Question ouverte

Koppel audio met activiteiten :) 
Dansen
Sporten
Slapen
Reizen
Tekenen
Wandelen
Gamen
Shoppen

Slide 24 - Question de remorquage

me
te
le
nos
os
les
A mí ... gusta mucho jugar al fútbol
A ti ... gusta el guacamole
A Lucas ... gusta la música latina
A nosotras ... gusta el chocolate
A vosotros ... gusta ver series en Netflix
A ellos ... gusta quedar con amigos

Slide 25 - Question de remorquage

¿me gusta o me gustan?

Me gusta/gustan el tenis
A
Me gusta
B
me gustan

Slide 26 - Quiz

¿me gusta o me gustan?

Me gusta/gustan mucho comer pizza
A
Me gusta
B
me gustan

Slide 27 - Quiz

¿me gusta o me gustan?

Me gusta/gustan quedar con amigos
A
Me gusta
B
me gustan

Slide 28 - Quiz

¿me gusta o me gustan?

Me gusta/gustan los libros en inglés
A
Me gusta
B
me gustan

Slide 29 - Quiz

Schrijf in het Spaans bij elk plaatje of je dit niet leuk, leuk of geweldig vindt. (dus 3 zinnen)

Slide 30 - Question ouverte

¿Cuáles son tus pasatiempos?
(beantwoord de vraag in een hele zin)

Slide 31 - Question ouverte

Portátiles cerrados

Slide 32 - Diapositive

Ejercicio 5: Me gusta - mis pasatiempos
Libro pág 58 + 59

maak ej 5 

             

Slide 33 - Diapositive

Tema 3: La escuela / El instituto pg 63

Slide 34 - Diapositive

Las asignaturas
Maak:
El instituto         pág 63  ej A
Het lesrooster  pág 64 ej 21A

Hulpmiddel:  Voca pág 84+ 85
                           
klaar?  ej 2 Link
timer
15:00

Slide 35 - Diapositive

Blooket

Slide 36 - Diapositive

Exit ticket
Wat ging goed en minder goed?

Weet je hoe, waar en wanneer je de PO moet inleveren?

Slide 37 - Diapositive