Week 4 lesson 2 Zinsvolgorde

Maak een zin in de juiste volgorde
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Maak een zin in de juiste volgorde

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan. 
Zet deze in de juiste volgorde:
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer

Slide 3 - Question de remorquage

Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan. 
Zet deze in de juiste volgorde:
OW
WW
LV
Plaats
Tijd
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer

Slide 4 - Question de remorquage

Waar horen de bijwoorden van tijd?
A
Voor het onderwerp
B
Voor het werkwoord
C
Voor het lijdend voorwerp
D
Voor de plaats

Slide 5 - Quiz

Bij welk Engelse werkwoord worden de bijwoorden van tijd erna geplaatst?

Slide 6 - Question ouverte

Noem bijwoorden van tijd

Slide 7 - Carte mentale

Bijwoorden van tijd
Always, sometimes, never, ever, often, usually, rarely, seldom, frequently, generally, normally, occasionally,

Slide 8 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde van de zin?
A
Sue gave him a kiss yesterday in the park.
B
Sue gave him a kiss in the park yesterday.

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de zin?
A
James and his friends are on the beach today.
B
James and his friends are today on the beach.

Slide 10 - Quiz

Sleep de woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken.
walks
home
she
always
herself
ice cream
some
Can
have
I
please?
by

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken.
tonight?
can't
go
you
dancing
I
pass
usually
exams
my

Slide 12 - Question de remorquage

Zet in de goede volgorde:
always - Manchester - Gerry - is - during- summer - in

Slide 13 - Question ouverte

Zet in de goede volgorde
was - in - in - the Roald Dahl - opened - 1996 - museum - Aylesbury

Slide 14 - Question ouverte