Wat? Je gaat weer aan de slag met de opdrachtenbundel. Je maakt de opdracht af waar je mee bezig was, of je kiest een nieuwe opdracht uit.
Waarom? Dit doe je om effectief met de stof aan de slag te gaan. Je kiest opdrachten uit die bij jou passen.
Hoe? Je doet dit voor jezelf. Je werkt in een tweetal als de opdracht hierom vraagt. Je krijgt een afvinkschema met daarop je naam en een letter dat verteld bij welk niveau je het beste opdrachten zou moeten maken. In het afvinkschema houdt je bij wat je voor elke basisstof hebt gedaan, zodat je goed inzicht krijgt in je leerproces.
Tijd: tot het einde van de les. Kies een nieuwe opdracht als je klaar bent.