De Perzische Oorlogen

De Perzische Oorlogen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de oorzaken van de Ionische opstand uitleggen.
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste gebeurtenissen en uitkomsten van de slag bij Marathon beschrijven.
Aan het einde van de les kun je de rol van Athene en Sparta in de Perzische Oorlogen analyseren.
Aan het einde van de les kun je de gevolgen van de Perzische Oorlogen voor de Griekse stadstaten evalueren.

Wat weet je al over de Perzische Oorlogen?

Aanleiding en Oorzaken van de Perzische Oorlogen

Ionische opstand tegen de Perzische overheersing.
Steun van Athene en Eretria aan de opstandelingen.
Verlangen naar onafhankelijkheid en zelfbestuur.

De Ionische Opstand

Begon in 499 v.Chr.
Griekse stadstaten in Ionië strijden tegen Perzië.
Eerste grote conflict dat leidt tot de oorlog.

Slag bij Marathon

Belangrijke veldslag in 490 v.Chr.
Atheners verslaan de Perzen.
Versterkt het gevoel van eenheid onder Griekse stadstaten.

De Tweede Perzische Invasie

Invasie onder leiding van Xerxes.
Grieken weerstaan de aanval.
Belangrijke overwinningen bij Salamis en Plataeae.

De Rol van Athene en Sparta

Athene leidt de Delische Bond.
Sparta speelt een cruciale rol in de strijd.
Tegenstellingen tussen de stadstaten ontstaan.

Gevolgen van de Perzische Oorlogen

Hervorming van de Delische Bond tot Atheens Rijk.
Verhoogde spanningen tussen Athene en Sparta.
Begin van de Peloponnesische oorlogen.

Definitielijst

Ionische opstand: Een opstand van de Griekse stadstaten in Ionië tegen de Perzische overheersing, begonnen in 499 v.Chr.
Slag bij Marathon: Een beslissende veldslag in 490 v.Chr. waarin de Atheners de Perzen versloegen en een invasie van het Griekse vasteland afsloegen.
Delische Bond: Een alliantie van Griekse stadstaten onder leiding van Athene, oorspronkelijk gevormd om de Perzen te verslaan, maar later omgevormd tot een Atheens Rijk.
Helleense Bond: Een alliantie van Griekse stadstaten onder leiding van Athene en Sparta, gevormd om de Perzische

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.