3V - Herhaling Koude Oorlog

3V - Herhaling Koude Oorlog
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

3V - Herhaling Koude Oorlog

Slide 1 - Diapositive

Welke belangrijke afspraken maakten deze leiders?
A
Grote delen van Oost-Europa komen onder invloed van de VS
B
Grote delen van Europa worden verdeeld
C
Duitsland en Berlijn worden bezet door de geallieerden
D
Het oprichten van Unicef

Slide 2 - Quiz

Grens dwars door Europa die van 1945 tot 1989 Europa verdeelde in een Westblok en een Oostblok.
A
Berlijnse muur
B
IJzeren gordijn

Slide 3 - Quiz

Europa raakte na WO2 verdeeld in twee invloedsferen onder leiding van:
A
Duitsland en Frankrijk
B
De VS en de SU
C
Britten en Fransen
D
Amerikanen en Britten

Slide 4 - Quiz

Door het sluiten van bondgenootschappen ontstond een verdeelde machtsverhouding in Europa
A
Politiek
B
Sociaal
C
Economisch
D
Cultureel

Slide 5 - Quiz

juist
onjuist
In de Koude Oorlog stonden Amerika en de Sovjet-Unie tegenover elkaar
De Sovjet-Unie was kapitalistisch. Dit betekend dat iedereen gelijk was
Amerika had een enorme hekel aan de communisten en probeerden dit ook tegen te houden
De Koude Oorlog begon direct na de Tweede Wereldoorlog
de Koude Oorlog is een lange periode van extreme kou

Slide 6 - Question de remorquage

Europa is tot .........................verdeeld gebleven door de Berlijnse muur.
A
1998
B
1987
C
1989
D
1984

Slide 7 - Quiz

Europa werd verdeeld in Oost en West. Het bondgenootschap van ''het westen'' was:
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Geallieerden
D
EU

Slide 8 - Quiz

Europa werd verdeeld in Oost en West. Het bondgenootschap van ''het oosten'' was:
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Geallieerden
D
EU

Slide 9 - Quiz

Wat is de Trumanleer?
A
Wanneer één land communistisch wordt dan volgen de landen er omheen ook.
B
Het recht om in te grijpen wanneer een land communistisch dreigde te worden.
C
Een vergaande politieke samenwerking tussen West- en Oost-Europa.
D
De afspraken die gemaakt zijn tijdens de conferentie van Jelta.

Slide 10 - Quiz

Wat was een doel van de Trumanleer?
A
Voorkomen van uitbreiding communistische
B
Ondersteunen van dictaturen
C
Oorlog tegen de Sovjetunie
D
Versterken van socialisme

Slide 11 - Quiz

Welk begrip past het best bij Trumanleer?
A
Marshallplan
B
IJzeren Gordijn
C
Blokkade van West-Berlijn
D
Vietnamoorlog

Slide 12 - Quiz

Welk land had een Wirtschaftswunder na de Tweede Wereldoorlog?
A
BRD
B
Polen
C
Rusland
D
DDR

Slide 13 - Quiz

Over welk Koude oorlog conflict / begrip gaat de spotprent
ijzeren
gordijn
Berlijnse muur
wapen
wedloop
Cuba 
Crisis
Blokkade van Berlijn

Slide 14 - Question de remorquage

Wat was het Wirtschaftswunder?
A
Dat de Oost-Duitse huizen snel herbouwt werden
B
De wonderlijke samensmelting van Kapitalisme en Communisme
C
Het werk wat de Duitse bevolking deed aan de wederopbouw
D
De wederopstanding van de West-Duitse economie na WOII

Slide 15 - Quiz

Wat was de aanleiding voor de Blokkade van Berlijn?
A
Het Westen werkte samen tegen Stalin
B
Stalin wilde een oorlog met het Westen uitlokken
C
Er vertrokken te veel mensen via West-Berlijn naar het Westen
D
Het invoeren van een nieuwe munt de D-Mark

Slide 16 - Quiz

Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog
De overheid geeft opdrachten aan bedrijven over wat ze moeten maken
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen
Periode van tegenstelling tussen Oostblok en Westblok (1945-1989)
Politiek systeem met een dictatuur van één politieke partij die gelijkheid belangrijk vindt
IJzeren Gordijn
Berlijnse Muur
Planeconomie
Wapenwedloop
Koude Oorlog
Communistisch

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is de dominotheorie?
A
Als 1 land Communistisch wordt, verspreid zich dat naar landen eromheen
B
Als 1 communistisch land verslagen wordt, dan valt de rest ook om
C
Dat Rusland geld geeft aan communistische landen om het kapitalisme tegen te gaan
D
Dit is dat de VS geld geeft aan landen om verspreiding van communisme tegen te gaan

Slide 18 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Blokkade van Berlijn
Berlijnse muur
Cuba crisis
Korea oorlog
Vietnam oorlog

Slide 19 - Question de remorquage

Blokade van Berlijn
Korea oorlog
Berlijnse muur
Cuba crisis
Vietnam oorlog

Slide 20 - Question de remorquage

Noord-Vietnam
Zuid-Vietnam
Kreeg hulp van China en de Sovjet-Unie
Werd gesteund door Amerika

Was kapitalistisch
Ho Chi Minh
Was de uiteindelijke winnaar van de oorlog
Hier was de Vietcong vooral actief

Slide 21 - Question de remorquage


Welk begrip wordt bedoeld?
A
invloedssferen
B
modern imperialisme
C
Geallieerden
D
bondgenootschappen

Slide 22 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
nationalisme
B
dekolonisatie
C
containment
D
wapenwedloop

Slide 23 - Quiz

In de jaren 50 werden mensen die verdacht werden van Communisme op een zwarte lijst gezet.
Hoe noemen we dit?
A
Trumanleer
B
Marshallplan
C
Dominotheorie
D
McCarthyisme

Slide 24 - Quiz

Het McCarthyisme was vooral het gevolg van:
A
de Russische atoombom
B
de machtsovername van Mao
C
de oprichting van het Warschaupact
D
de blokkade van Berlijn

Slide 25 - Quiz

De Hongaarse opstand gaat oorspronkelijk om
A
Het krijgen van politieke hervormingen (democratie)
B
Het afschaffen van het communisme
C
Polen een hart onder de riem steken

Slide 26 - Quiz

Blokkade van Berlijn
Berlijnse Muur
Hongaarse opstand

Praagse Lente

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is een dissident?
A
Iemand die niet de waarheid spreekt
B
Iemand die tegen de heersende macht ingaat
C
Iemand die aan de kant van de macht staat
D
Iemand die schrijft

Slide 28 - Quiz

Plaats de volgende onderdelen bij Glasnost of Perestrojka
Glasnost
Perestrojka
Politieke openheid
Economische hervorming
Kritiek mogen uiten op bestuur. 
Minder strenge vijfjarenplannen.
Minder politieke geheimen.
Eigen bedrijf mogen beginnen. 

Slide 29 - Question de remorquage

Waarmee eindigde de Koude Oorlog?
A
De val van het IJzeren Gordijn
B
De val van de Berlijnse Muur
C
Toen Gorbatsjov aan de macht kwam
D
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie

Slide 30 - Quiz

wat is de juiste volgorde van gebeurtenissen?
A
1. ijzeren gordijn gaat open. 2 Val van de Berlijnse muur. 3 Duitse hereniging
B
1. ijzeren gordijn gaat open 2. Duitse hereniging 3. Val Berlijnse muur
C
1 Val van de Berlijnse muur. 2 Duitse Hereniging. 3 ijzeren gordijn gaat open
D
1. Duitse hereniging 2. Val Berlijnse muur 3. Het ijzeren gordijn gaat open

Slide 31 - Quiz