Letterformules veranderen deel2, C1E, L112

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 2 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Wat zijn de variabelen:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 3 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
Het stijggetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 4 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
De variabelen zijn:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Huiswerkcontrole
blz. 180 Theorie F lezen

blz. 180 opg.37
blz. 181 Test opgave, Nieuwe formule
blz. 181 opg.38


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Nu zelf
Bladzijde 182

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Reistegoed in € = 10 - 0,12r
a: afstand in km

Je laadt je tegoed op met €30. Wat is de nieuwe formule?

Slide 17 - Question ouverte

Reistegoed in € = 40 - 0,12r
a: afstand in km

De kilometerprijs daalt met €0,01. Wat is de nieuwe formule?

Slide 18 - Question ouverte

Mevr Amerongen heeft reistegoed van €50 op haar OV chipkaart.
De kilometerprijs is €0,14
Formule: reistegoed in € = 50 - 0,14a

Nu wordt de kilometerprijs 0,06 duurder. Wat is de formule?
A
Reistegoed in € = 50 - 0,20a
B
Reistegoed in € = 50,06 - 0,14a

Slide 19 - Quiz

Mevr Amerongen heeft reistegoed van €50 op haar OV chipkaart.
De kilometerprijs is €0,20
Formule: reistegoed in € = 50 - 0,20a

In welke formule is het begingetal verandert?
A
Reistegoed in € = 55 - 0,20a
B
Reistegoed in € = 50 - 0,12a

Slide 20 - Quiz

Huiswerk

Slide 21 - Diapositive