LessonUp: recept schrijven

LessonUp: recept schrijven
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LessonUp: recept schrijven

Slide 1 - Diapositive

smelten
smeren
draaien
strooien
roeren
bakken
breken
snijden

Slide 2 - Question de remorquage

Als je een recept gaat schrijven, gebruik je het imperatief
عند كتابة وصفة، استخدم صيغة الأمر
Коли пишеш рецепт, використовуй наказовий спосіб
Marka aad qoreyso cunto karis, isticmaal amar ahaan
Ao escrever uma receita, use o imperativo









Slide 3 - Diapositive

Bij het imperatief komt het werkwoord aan het begin te staan in de ik-vorm
يأتي الفعل في بداية الجملة بصيغة المتكلم عند استخدام صيغة الأمر
Дієслово ставиться на початку речення в формі «я», коли використовуєш наказовий спосіб
Ficilka ayaa ku bilaabma bilowga weedha iyadoo la adeegsanayo qaabka aniga marka la isticmaalayo amar
O verbo vem no início da frase na forma do "eu" ao usar o imperativo









Slide 4 - Diapositive

Wat is de ik-vorm van 'snijden'
ik ...

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'smeren'
ik ...

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'strooien'
ik ...

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'smelten'
ik ...

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'breken'
ik ...

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'bakken'
ik ...

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'doen'
ik ...

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'pakken'
ik ...

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'leggen'
ik ...

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'roeren'
ik ...

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van 'draaien'
ik ...

Slide 15 - Question ouverte

Imperatief: werkwoord - onderwerp 
1. Snijd de appel 
2. Smeer de boter 
3. Draai de deksel 
4. Strooi suiker 
5. Breek het ei

Slide 16 - Diapositive

Imperatief: werkwoord - onderwerp - de rest
1. Snijd de appel in stukjes
2. Smeer de boter op brood
3. Draai de deksel open
4. Strooi suiker op de taart
5. Breek het ei in de pan

Slide 17 - Diapositive

Smeer ............................. op ...........................
Strooi ............................. op ...........................
Bak ............................. in ...........................
de saus
de pizza
de pasta
de zout
de oven
de koekjes

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive