Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen 5.2
Je kunt de onderdelen van een zaadje benoemen en aanwijzen in een plaatje.
Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt (ontkiemen).
Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
Je kunt de onderdelen van een tak benoemen en aanwijzen in een plaatje.
Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.
Slide 2 - Diapositive
Ontkiemen
Nadat planten hebben gebloeid, veranderen de bloemen in vruchten.
In de vrucht zitten de zaden.
De zaden bestaan uit 2 zaadlobben. Daartussen zit de kiem. Om de 2 zaadlobben zit een zaadhuid.
Slide 3 - Diapositive
Ontkiemen
Zolang zaden droog blijven, gebeurt er niets. Pas als er vocht bij komt groeit er een nieuw plantje uit de boon. Dat heet ontkiemen.
1. De zaadhuid water op 2. Daardoor zwellen de zaadlobben op en knapt de zaadhuid open 3. Het worteltje komt naar buiten 4. De stengel en de blaadjes volgen
Slide 4 - Diapositive
dit is een
Een boon, een zaad.
Uit het zaadbeginsel is dit zaad ontstaan.
1
'donker puntje'
Het poortje
Hierdoor kan het zaad water (vocht) opnemen.
2
2 zaadlobben. Een zaad kan ook 1 zaadlob bevatten.
Bevatten zetmeel, het reservevoedsel.
Bij de kieming van het zaad, groeit de kiem uit tot een kiemplantje.
Het zetmeel levert daarvoor de energie.
3
buitenste laag
Zaadhuid
Beschermt het binnenste deel van het zaad
4
Navel
Hier zat de boon vast in de peulvrucht
5
Zaadlob met de kiem
6
De kiem
Deze ontstaat uit de bevruchte eicel en groeit uit tot het kiemplantje
7
BOON: Leer de onderdelen en de functies.
Slide 5 - Diapositive
Het ontkiemen van een bruine boon
Slide 6 - Diapositive
Levenscyclus van een plant
De ontwikkeling van een plant:
1. Zaad ontkiemt
2. Plant groeit uit en krijgt bloemen
3. Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden
4. De zaden worden verspreid en de cyclus begint opnieuw
1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen bonenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden.
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.
Slide 7 - Diapositive
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.2
Maken: opdracht
Klaar? maken samenvatting of testjezelf uit je boek
GEEN LAPTOPS
timer
8:00
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen 5.2
Je kunt de onderdelen van een zaadje benoemen en aanwijzen in een plaatje.
Je kunt beschrijven hoe een plant uit een zaadje komt (ontkiemen).
Je kunt beschrijven hoe een jong plantje verder groeit.
Je kunt de onderdelen van een tak benoemen en aanwijzen in een plaatje.
Je kunt uitleggen hoe een boom in de lengte en in de dikte groeit.
Slide 9 - Diapositive
Lengtegroei bij bomen
eindknop: hieruit groeit een nieuw stuk tak
zijknop: hieruit groeien nieuwe zijtakken
knopschubben: beschermen de knop tegen kou en insecten
ringlitteken: plek waar een knop zat en de tak is uitgelopen
Slide 10 - Diapositive
Diktegroei bij bomen
De stam en takken worden elk jaar dikker.
In het groeilaagje vormen zich elk jaar nieuwe houtcellen